Je webwinkel vestigen in een Spaans skidorp?

Inmiddels is half Nederland al op wintersport geweest, terwijl de andere helft zijn ski’s van zolder haalt. De meesten blijven maar een weekje, sommigen iets langer en bofkonten gaan een paar keer. Maar het blijft karig als je niet aan de voet van de berg woont. Dus waarom zou je je webwinkel onderneming niet naar een mooi skidorp verplaatsen?

Voor de dromers onder ons is dit een serie artikelen over de voor- en nadelen van de vestiging van je webwinkelonderneming in verschillende landen waar de bergen hoog en de pistes wit zijn. Na artikelen over Oostenrijk, Frankrijk en Zwitserland gaat dit artikel over Spanje.

Spanje? Dat is toch dat land van ingevette lijven op het volle strand van Lloret de Mar? Of van dat weekendje met Transavia naar Barcelona of het Prado museum in Madrid? Ach mijn beste lezers, de skigebieden in Spanje zijn voor ons een goed bewaard geheim gebleven. Toen ik in Barcelona woonde stond ik regelmatig op de latten en kwam ik op de pistes nauwelijks Hollanders tegen.

Is het een beetje lekker skieën daar? Nou, de skigebieden in Frankrijk zijn uitgebreider, en in Oostenrijk hossen er meer après-skiërs rond, maar in Spanje zijn de pistes nog relatief leeg en goedkoop. In Baqueira-beret zijn er redelijk wat pistes, maar ik heb me daar vooral ook ontzettend vermaakt op niet geprepareerde skiroutes. Naast de geneugten van zon, cultuur, goed eten en mooie wijn biedt Spanje dus ook een hoop ski plezier. Oh... wat is het toch een heerlijk land. 

Genoeg over de pleziertjes in het leven. Nu tijd voor zaken... is Spanje een goed land voor de webwinkelier?

De Spaanse thuismarkt
Zo’n 40 miljoen Spanjaarden. Dat moet voldoende ruimte geven voor een gezonde thuismarkt. Weliswaar blijft het relatieve internetgebruik wat achter bij ons, maar in december 2007 waren er toch zo’n 23 miljoen Spanjaarden online. Volgens een onderzoek van Mediascope shopt daarvan zo’n 68% online, zodat er ongeveer 15 tot 16 miljoen Spaanse interkopers overblijven. In vergelijking met Nederland is dat aantal natuurlijk prima.

En besteden Spanjaarden ook nog wat online? In 2007 ongeveer 450€ per 6 maanden. Dat ligt onder het Europese gemiddelde, maar ligt niet zo ver af van bijvoorbeeld Frankrijk (509€).

De Spaanstalige markt
Engels en Chinees zijn de belangrijkste talen op het internet. Maar daarna komt Spaans.

Er zijn 113 miljoen Spaanstalige internetgebruikers, dat zijn er bijna twee keer zoveel als Duits of Franstaligen. Op het eerste gezicht is de Spaanstalige markt dus ook erg interessant.

Maar daar valt natuurlijk wel wat op af te dingen. Ten eerste wonen er zo’n 80 miljoen van de 113 miljoen Spaanstalige internetters in Latijns Amerika. Deze mensen hebben gemiddeld iets minder te besteden. Daarnaast is Spanje niet de meest geschikte vestigingsplaats voor het bedienen van de Latijns Amerikaanse markt.

De rest van Europa
Omdat Spanje een EU land is, kan je de overige EU landen zonder erg veel drempels bedienen. Veel Spanjaarden zijn tweetalig, maar dat betreft dan bijvoorbeeld Catalaans en Spaans. Dat is dus niet zo handig.

Gelukkig wordt de talenkennis van de jongere generatie steeds beter én wonen er relatief veel buitenlanders in Spanje, zodat je vast wel werknemers met de juiste talenkennis voor export naar landen als Duitsland, Engeland en Frankrijk vindt.

Belastingen
In een eerder artikel schreef ik al dat wat betreft belastingen er niet zoveel voordeel te behalen valt in Spanje. De vennootschapsbelasting gaat tot 2011 ieder jaar met één procentpunt omlaag van de huidige 34 naar 30 procent.  Voor het MKB met een omzet tot maximaal 8 mln euro worden de tarieven verlaagd van 30 naar 25 procent. Ter vergelijking, afhankelijk van je winst betaal je in Nederland in 2007 tussen de 20 en 25,5% vennootschapsbelasting. 

Omdat de vennootschapsbelasting natuurlijk niet de hele fiscale situatie bepaalt, heeft Pricewaterhouse Coopers een onderzoek uitgevoerd waarbij de ‘Total Tax Rate’ wordt bepaalt op basis van de verschillende belastingen die er zijn, de hoogte daarvan, de administratieve lasten etc. etc. In die ranglijst staat Spanje op plaats 149. Dat is vergelijkbaar met het traditionele skiland Oostenrijk (plek 147), maar onaantrekkelijker dan Nederland (trots op plaats 88) en veel minder leuk dan skiparadijs Zwitserland (plaats 24).

Kortom, voor het voorkomen van belastingdruk hoef je niet naar Spanje.  

Kosten van levensonderhoud
In de jaren zestig gingen Nederlanders naar het wat achterlijke Spanje van Franco, omdat het zo lekker goedkoop was. Er is inmiddels wel wat veranderd! Hoewel bepaalde dingen in Spanje nog relatief goedkoop zijn (taxi’s en restaurants bijvoorbeeld), hoor ik steeds meer van mijn Spaanse vrienden klagen. Hun salarisstijging houdt al lange tijd de inflatie niet meer bij.  

Een onderzoek naar de kosten van levensonderhoud in grote steden van Mercer illustreert dit. Een stad als Barcelona stond in maart 2006 nog op de 56e plaats, maar is stukken duurder geworden. In maart 2007 stond het op de 31e plek. Madrid stond toen op de 26e plek, net iets goedkoper dan Amsterdam dat de 25e plaats bezet.

Spanje heeft een redelijk ontwikkelde thuismarkt en natuurlijk kan je webwinkel vanuit Spanje ook andere EU landen bedienen. Echt concurrentievoordeel op het gebied van belastingen en kosten van levensonderhoud valt er wellicht niet te halen, maar dat geldt net zo goed voor ons eigen kikkerlandje.

Een belangrijke beweegreden om je in Spanje te vestigen zou de kwaliteit van het leven kunnen zijn. Lekker eten, mooie wijn, beter weer en skipistes. Uit eigen ervaring weet ik dat er slechtere landen zijn om in te wonen!

Maar omdat zaken als dat lekkere eten, die mooie wijn, dat betere weer en die skipistes ook in de Dolomieten te vinden zijn, vervolg ik deze reeks artikelen met artikeltje over Italië.