Nederlandse retailers en merken kunnen producten met ‘weinig of geen moeite’ aanbieden op grote marketplaces in Europa. Het hoeft hun de kop ook niet te kosten.
Dat leert een inventarisatie van de Hogeschool van Amsterdam in opdracht van Twinkle. Digital commerce professor Jesse Weltevreden deelde de resultaten vandaag op het eerste Twinkle Marketplaces Event in Utrecht.
B2c-productmarktplaatsen met winkelmandje
Weltevreden en onderzoekscollega’s van HvA’s Centre for Market Insights namen 25 marketplaces onder de loep. Ze zijn actief in verschillende windstreken van Europa en hebben met elkaar gemeen dat consumenten er producten kunnen aanschaffen.
Het gaat, in alfabetische volgorde, om AliExpress, Allegro, Amazon, beslist.nl, bol.com, Cdiscount, CDON, Conforama, Darty, eBay, Emag, ePRICE, Fnac, Fruugo, Fyndiq, Heureka, Joom, La Redoute, OnBuy, Prom, real.de, Rue du Commerce, Storesquare, vidaXL en Wish. Frankrijk, ‘hét marketplaces land van Europa’ volgens Weltevreden, is met zes spelers hofleverancier.
Op deze platforms kunnen Nederlandse bedrijven zich vrij eenvoudig aansluiten (alleen voor Storesquare is een Belgische winkelvestiging nodig, voor het Oekraïense Prom een lokaal mobiel telefoonnummer); voorraden kunnen zonder uitzondering automatisch en realtime worden gekoppeld.
Performance based
Afgezien van het Amerikaanse Wish, dat tweeduizend dollar als entree aan de poort vraagt, rekenen de opgenomen marketplaces geen of weinig start- of andere vaste kosten, zoals plaatsingskosten of abonnementskosten (gemiddeld vier tientjes per maand).
Amazon dominant
Weltevreden liet vanmiddag zien hoe het verkeer naar de opgenomen marketplaces is verdeeld, waarbij de dominantie van Amazon in het oog springt. Met zijn Europese domeinen tekent het Amerikaanse bedrijf voor bijna de helft (48 procent) van de Europese bezoeken aan de 25 generieke marketplaces, op afstand gevolgd door het eveneens Amerikaanse eBay (23%) en het Chinese AliExpress (7%).
Lees ook: Amazon begin 2020 van start met volwaardige Nederlandse webshop
Naast de grote internationale spelers zijn er regionale specialisten die relatief meer sales kunnen genereren, bijvoorbeeld omdat er minder concurrentie is (lees: aanbieders van hetzelfde product). Weltevreden liet zien dat er op Amazon bijna honderdtwintig aanbieders zijn van dezelfde doos Lego, ongeveer dubbel zoveel als bij het Poolse Allegro, bij andere aanbieders zijn het er (stukken) minder. ‘Voor de grootste gaan is niet altijd de beste strategie.’
Verkopers doen er volgens hem ook goed aan te kijken naar de rol van de marketplace. In de meeste gevallen is die niet slechts een intermediair; van de 25 onderzochte marketplace zijn er 13 zelf ook als verkoper op de site actief.
De eerste ‘Twinkle Marketplaces Matrix’, een overzicht van 25 generieke productmarktplaatsen in Europa, is vandaag als brochure uitgereikt aan bezoekers van het event. Binnenkort komt een whitepaper met meer specifieke resultaten per marketplace (diensten, kosten, voorwaarden e.d.) via deze website beschikbaar.
Er is op dit moment 0 keer gereageerd op:
‘Marketplaces springplank voor Europese expansie’
Je kunt niet meer reageren op dit artikel.