Twinkle | Digital Commerce

EUSTA: 'Ticketwet niet te handhaven'

2017-11-11
180101
  • 2:28

Tweede Kamerleden Arda Gerkens (SP) en Nicolien van Vroonhoven-Kok (CDA) hebben deze week Kamervragen ontvangen over hun wetsvoorstel om de online-doorverkoop van tickets aan banden te leggen. EUSTA-initiatiefnemer Sebastiaan Monteban verwacht niet dat de wet er komt.

Gerkens en Van Vroonhoven-Kok willen het doorverkopen van kaartjes voor concerten en andere evenementen niet verbieden; Bovenop de oorspronkelijke prijs mogen verkopers echter alleen administratiekosten en eventuele verzendkosten in rekening brengen, ‘mits deze niet meer bedragen dan tien procent van de prijs van de toegangskaart’.

Handhaafbaarheid
Het wetsvoorstel (pdf), dat in beginsel redelijk goed is ontvangen, riep wel vragen op in de Kamer. Daarop geven Gerkens en Van Vroonhoven-Kok later antwoord. Verschillende fracties stelden vraagtekens bij de handhaafbaarheid van het voorstel. Kun je überhaupt wel voorkomen dat kaarten tegen een meerprijs van hand tot hand gaan als mensen heel graag hun idool willen zien? Hoe voorkom je dat aanbieders de wet omzeilen en vanuit het buitenland onze markt gaan bedienen?

Machtige arm
Sebastian Monteban, directeur van onder meer Worldticketshop.nl en initiatiefnemer van branchevereniging EUSTA (European Union Secondary Ticketing Association), verwacht dat de gebrekkige handhaafbaarheid het voorstel de das om zal doen: ‘De vraag blijft gewoon bestaan. Bovendien strekt de machtige arm der wet niet verder dan de Nederlandse grens.’

Geschillencommissie
Beter dan de doorverkoop te minimaliseren, kan men volgens Monteban aansturen op regulering: ‘Met de gedragscode die de EUSTA heeft opgesteld bieden we een serieus alternatief. Mensen weten dan dat ze met een wederverkoper van doen hebben en dat ze meer betalen dan de oorspronkelijke prijs. We hebben in Den Haag al geopperd een onafhankelijke geschillencommissie in het leven te roepen, waar verkopers zich verplicht bij moeten aansluiten.’

Zelf nog moeite
Gerkens en Van Vroonhoven-Kok lieten zich reeds uit over de inspanningen van de EUSTA. Uit de Kamerstukken (pdf): ‘De indieners hebben van de gedragscode kennis genomen en willen benadrukken dat alle actie die wordt ondernomen om de transparantie voor de consument de vergroten toe te juichen is. Wel moeten de indieners constateren dat de bepalingen uit de gedragscode de consument in feite niets meer bieden dan hetgeen is geregeld in de reeds bestaande regelgeving op het gebied van consumentenkoop en (misleidende) reclame. Voorts constateren de indieners dat de leden van EUSTA zelf nog moeite hebben met zich aan de gedragscode te houden. Tot slot willen de indieners opmerken dat de gedragscode geen einde maakt aan de woekerwinsten.Daarom houden zij vast aan het initiatiefwetsvoorstel.’

Onderzoek RUG
Gevraagd naar de omvang van de secundaire tickethandel verwijst de EUSTA steevast naar een onderzoek dat de branchevereniging liet uitvoeren door de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Daaruit zou blijken dat niet meer dan 3,7 procent van alle tickets zou worden doorverkocht.

De indieners van het wetsvoorstel hebben zelf ‘met verbazing’ kennis genomen van het onderzoek, aldust de Kamerstukken. Ze noemen het ‘zeer de vraag of de in het onderzoek genoemde percentages conform de realiteit zijn’.

Monteban daarop: ‘Iedereen roept maar wat, maar wij zijn de enige die cijfers hebben, waar de RUG zijn naam aan heeft verbonden. Lieve Kamerleden, zeg ik dus, voer dan zelf een onderzoek uit.’