Profileren kun je leren

De kracht van het hedendaagse internet zit hem vooral in overal aanwezig kunnen zijn. Dat kan bij uitstek via de talloze profielensites of social networks. Aanwezig zijn betekent gevonden orden en gezien worden. En dat kan iedereen gebruiken.

Door: Bart Nagel

Social networks - en in bredere zin social media - hebben een grote impact op het hedendaagse internet. Websites als MySpace en LinkedIn behoren tot de meest bezochte sites ter wereld en kunnen dan ook veel betekenen. In de VS begint het door te dringen dat deze communities zeer waardevol kunnen zijn voor bedrijf en merknaam. Het belang ervan onder online-marketeers neemt toe. Zo gaf bijna de helft van een onderzochte groep search marketeers aan bewust content te plaatsen op social networking websites (bron: iProspect & Jupiter Research, februari 2007). Dat ging met name om sites als MySpace, YouTube en LinkedIn.

Backlinks
De reden hiervoor is simpel: traffic. Zowel traffic door verbetering in zoekmachinepositie als rechtstreeks uit de aanwezigheid op social networks. Dat begint met het aanmaken van accounts. Meedoen dus, slim meedoen welteverstaan. Als u iets plaatst op een social-mediasite als LinkedIn, Hyves of een weblog moet u altijd denken aan de URL. Het maakt niet uit wat u precies plaatst. Het kan een profiel zijn, een artikel, een foto of zelfs alleen een tag. De URL moet erbij. Iedereen die het leest, kan geïnteresseerd zijn en doorklikken. Wie geïnteresseerd is, is een potentiële klant. Het plaatsen van de URL heeft ook direct invloed op uw zoekmachinepositie. Denk maar aan Googles methode van indexeren. Google plaatst sites hoog die veel links krijgen vanuit sites die zeer populair zijn. Social media sites zijn dat bij uitstek. Hoe meer van deze zogeheten 'backlinks' hoe beter. Overdrijven kan niet, zie het als een optelsom.
Dat doen zoekmachines ook.

Google plaatst sites hoog die veel links krijgen vanuit sites die zeer populair zijn

Het is mogelijk met deze backlinks te spelen. In plaats van louter de URL weer te geven, kunt u ook trefwoorden clickable maken. Een voorbeeld. U kunt http://www.allesvoorvissers.nl opvoeren. Dan indexeert de zoekmachine louter de URL. U kunt ook 'hengels, haken en netten' clickable maken naar Allesvoorvissers.nl. Dan indexeert de zoekmachine zowel trefwoord als URL en scoort u op beide fronten. Met andere woorden: niet alleen wordt u beter gevonden op de URL, u wordt ook beter gevonden op de woorden 'hengels, haken en netten'.

Traffic
Slim meedoen heeft een neveneffect: rechtstreekse traffic uit social networks. Dat is minstens zo interessant. Een blik op de doelgroepen van deze sites maakt duidelijk waarom. Het gaat over het algemeen om hoog opgeleide individuen met een bovengemiddeld zwaar internetgebruik. Dat geldt zowel voor zakelijke netwerken als Xing en LinkedIn, als voor het in Nederland mateloos populaire Hyves (drie miljoen Nederlandse leden, augustus 2007). Een blik op de gemiddelde Hyver leert dat die rond de 24 jaar oud is. Hyvers zijn veelal hoger opgeleid of zijn bezig met een studie op hoger niveau. De overgrote meerderheid op Hyves wordt dan ook gevormd door hbo- en wo-studenten en door werkenden die al een opleiding op dit niveau hebben afgerond. De meeste Hyvers zijn vrouw (68 procent).

Vrouwen gebruiken internettoepassingen voornamelijk sociaal en kunnen hun ei dus zonder meer kwijt op social networks. Vrijwel alle Hyvers loggen iedere dag meerdere malen in op internet en doen dat al een aantal jaren. Ze zijn per dag gemiddeld drie uur online actief en beschikken bijna allemaal over een eigen computer met een snelle internetverbinding. (Bron: Networked Individualism, Hanneke Vos, juli 2006). Met andere woorden: het is in marketingtermen een zeer aantrekkelijke doelgroep van 'heavy internet users' die bovenal online zeer actief is daarmee goed bereikbaar.
 
De social networkers vormen naast een aantrekkelijke doelgroep ook een in toenemende mate klikgrage doelgroep. Vooral mond-tot-mondreclame binnen de netwerken speelt daarbij een grote rol. Vorig jaar oktober bleek uit een studie van Compete dat social networkers bij aankoopbeslissingen meer gewicht geven aan de feedback van gelijkgestemden, dan aan informatie uit welke andere bron dan ook. Begin december 2006 onderstreepte onderzoek van Hitwise dat dit zich meer en meer vertaalt in trafficgeneratie. Amerikaanse online-retailsites zagen toen al 6,2 procent van hun traffic rechtstreeks van sites als MySpace komen, vergeleken met 2 procent een jaar eerder. Hitwise presenteerde dit destijds als een onomstreden bewijs dat social networks meer en meer de rol van startpagina bij een surfsessie innemen. Dat gegeven voedt de long tail van producten en maakt marketing op social networks met name voor online-nichetailers erg interessant. Mond-tot-mondreclame kan producten en webwinkels naar voren schuiven die minder bekend zijn. Zeker wanneer massa's mensen zich op social networks begeven en met elkaar praten. En dat is precies wat zich nu afspeelt.
 

Dit artikel verscheen eerder in Twinkle 9 2007