Afgelopen januari kwam het bericht dat PostNL zijn pakketautomaten open gaat stellen voor andere vervoerders. GLS Netherlands is de eerste concurrent die gebruik gaat maken van dit netwerk. Een interessante ontwikkeling, maar houdt zo’n model ook stand? Enkele betrokkenen aan het woord.
Volgens Walther Ploos van Amstel, lector Citylogistiek aan de Hogeschool van Amsterdam, is dat goed nieuws. Want de toekomst van thuisbezorging is volgens hem het sámen bezorgen. Maar hij vraagt zich ook af wat de gemaakte afspraken zijn voor bijvoorbeeld de drukke pakjesdagen. En is het echt een duurzamer en economischer model? Volgens Ploos van Amstel kan er onderscheid gemaakt worden tussen verticale en horizontale samenwerking. ‘Bij verticale samenwerking gaat het veelal om het intensiveren van de samenwerking met bestaande relaties zoals verladers, leveranciers, vervoerders. Dat noemen we supply chain management. Het idee van horizontale samenwerking is dat bedrijven die zich op dezelfde positie in de logistieke keten bevinden onderling met elkaar samenwerken, zoals verladers, expediteurs of vervoerders. Dat is complexer.'
'Bedrijven moeten zich realiseren dat samenwerking veel van elkaar vraagt. Daarom moeten ze zich richten op een klein aantal goede relaties, in plaats van met iedereen proberen samen te werken. De voordelen van samenwerking zijn schaalvoordelen die tot lagere kosten per product leiden, een grotere inkoopkracht, meer duurzaamheid, het verlagen van de onzekerheid van de vraag en hopelijk het samen beter bedienen van de consument.’
Duidelijke afspraken
Problemen in ketensamenwerking ontstaan volgens Ploos van Amstel vaak door een gebrek aan vertrouwen, angst voor machtsmisbruik en een ongelijke verdeling van opbrengsten. ‘Gebleken is dat wanneer de samenwerking is vormgegeven in een goede overeenkomst, deze samenwerking meer voordelen oplevert voor de partners. Die partners hebben dan vooraf goed nagedacht over de wijze waarop zij willen samenwerken, welke investeringen zij daarvoor willen doen, welke resultaten behaald moeten worden en evalueren ook met regelmaat hun samenwerking.’
Kijken we naar de recente samenwerking, dan zal daar niet lichtzinnig over nagedacht zijn. Want ruim een jaar geleden kondigde PostNL in een eerdere Kwestie (Twinkle 10, 2022) al aan dat het een IT-oplossing aan het ontwikkelen was, waarmee andere bezorgers in hun pakketautomaten konden leveren. De bezorger gaf toen zelfs aan daarover al in gesprek te zijn met diverse partijen. Nu, een jaar later, gaat de eerste samenwerking van start.
We vroegen aan Harm Schokker, adjunct-directeur Retail bij PostNL, waarom het zo lang heeft geduurd voor deze samenwerking tot stand kwam. ‘Het openstellen van onze pakketautomaten en het goed inrichten bij GLS Netherlands is een complexe integratie’, antwoordde Schokker. ‘We hebben dit zorgvuldig gedaan en goede afspraken gemaakt over de samenwerking, voordat we het bekendmaakten. Vervoerders die gebruikmaken van de pakketautomaten, betalen een fee per reservering van een kluisje. Deze is afhankelijk van de grootte van het kluisje en het aantal dagen dat een pakket in het kluisje ligt. De vervoerder die als eerste een volledige reserveringsaanvraag bevestigd krijgt, kan zijn pakket aanleveren in de daarvoor bestemde locker.’
Met het openstellen van de pakketautomaten spelen beide bezorgers in op de vraag van consumenten om een pakket op een zelf te kiezen moment en locatie te kunnen ophalen. Volgens Milo Kars, managing director bij GLS Netherlands, zijn de automaten een manier om de dienstverlening te verbeteren. ‘Zo kunnen we klanten en ontvangers nóg meer flexibiliteit en mogelijkheden bieden. Bovendien staan de bezorgers door het inzetten van de pakketautomaten minder vaak voor een dichte deur.’ In Brabant hebben consumenten de primeur: zij kunnen er nu namelijk al een GLS pakket uit een PostNL-automaat halen. Dit is de start van de landelijke uitrol later dit jaar.
Meer profiteerders
PostNL ziet de samenwerking met GLS Netherlands duidelijk als een start voor eventuele andere samenwerkingen. ‘Op dit moment staan er zo’n duizend PostNL-pakketautomaten door heel Nederland’, aldus Schokker. ‘Nu er steeds meer mensen het gemak van de pakketautomaat kunnen ervaren, wordt het netwerk dit jaar nog flink uitgebreid. De PostNL-pakketautomaten zijn toegankelijk voor alle partijen die hiervan gebruik willen maken.’ En Schokker ziet nog meer kansen: ‘Nog niet álle webshops hebben de pakketautomaten als bezorgoptie in hun check-out opgenomen, terwijl we weten dat consumenten deze optie enorm waarderen. En dat heeft een positief effect op de klantbeleving van webshoppers.’
Ketensamenwerking
Volgens Ploos van Amstel zullen de vervoerders zeker met elkaar geld kunnen verdienen. Maar hoe je dat 'eerlijk' gaat verdelen is best een punt. ‘Onze sector kent helaas geen rijke historie in samenwerking. De noodzakelijke duurzame innovaties, waarbij de klant op de eerste plaats staat, lijken niet van de grote spelers te komen. Die innovaties zie ik juist bij veel kleine spelers. Maar hoe overleven zij de massieve mastodonten in de markt? Meestal niet, blijkt uit het droevige eind van onder meer Red je Pakketje, Parcls en vele anderen. De vraag is of die grote vijf wel voldoende voordelen hebben als ze samenwerken. De samenwerking van PostNL met collega's kan voordelen geven, maar met de grote schaal die de pakketbedrijven al hebben moet je daar niet te veel van verwachten.’
Open netwerk
Door deze recente samenwerking verwacht je dat er op korte termijn wel meer van dit soort relaties zullen ontstaan. Maar daar zijn de meningen over verdeeld, blijkt als we Ewout Blaauw, director Corporate Affairs bij DHL hierover spreken. Een jaar geleden gaf Blaauw aan interesse te hebben in een gesprek over het opengestelde netwerk van PostNL. En nog steeds is hij positief ten opzichte van het openstellen van servicepunten en pakketautomaten voor alle vervoerders. ‘Maar vanzelfsprekend dient er wel sprake te zijn van reciprociteit, wat betekent dat je elkaars pakketten toelaat’, zegt Blaauw nu.
Er zijn ook gesprekken gevoerd. ‘Vervoerders kennen ons “open” standpunt hierin, wat betekent dat je elkaar over en weer toegang biedt. Dat gaat dus verder dan alleen maar zeggen: “Jullie pakketten mogen in onze automaten.” Want het betekent tevens dat zij ook onze pakketten in hun automaten moeten toestaan. Dat geldt zeker voor de pakketautomaten van DHL en PostNL; met een gezamenlijk marktaandeel van meer dan 90 procent zullen zij over en weer elkaars pakketten moeten toelaten, wil er de facto sprake zijn van een open netwerk.’
DPD houdt de opties open om een pakketautomaatrelatie aan te gaan met een andere partij. Volgens Jorin Aardoom, director Out of Home Benelux bij DPD, is het pakketautomatensegment bij DPD momenteel sterk groeiend en circa 230 punten groot, met stevige ambities op dit vlak voor de komende jaren. ‘Wij volgen de marktontwikkelingen en hebben kennisgenomen van de overeenkomst tussen PostNL en GLS’, aldus Aardoom. ‘We bekijken op dit moment de verschillende opties en doen dat vooral ook op Europees niveau, waar we inmiddels meer dan 100.000 pakketpunten hebben. DPD is al jaren actief op de snelgroeiende out-of-home-markt en wij zullen dat blijven doen. Toekomstige samenwerkingen op het gebied van pakketautomaten sluiten we zeker niet uit en zodra er meer nieuws is op dit vlak, laten we dat weten.’
Toekomst van white label
Al sinds 2011 kunnen consumenten bij de white label-pakketwanden van De Buren hun pakket ophalen. White label betekent hier kort gezegd dat iedereen gebruik kan maken van hun infrastructuur. En dat is ook precies de reden waarom Robin Dragstra, ceo van De Buren, niet bang is dat deze samenwerkingsaankondiging het einde betekent voor white label-pakketautomaten. ‘Het is best lastig om als concurrent uit te leveren aan automaten in de kleur van je concurrent’, legt Dragstra uit. ‘Op het moment dat één van de concurrerende partijen aan de knoppen zit, is een samenwerking een heel stuk lastiger. Zo is Q4 het meest drukke kwartaal wat betreft pakketten, dan zitten die automaten altijd erg vol. Stel dat PostNL de eigenaar is van die automaten en ze openstelt voor anderen, hoe gaan ze er dan mee om op het moment dat er te weinig automaten zijn op een bepaalde locatie?’ We hebben deze vraag aan GLS Netherlands voorgelegd en kregen precies hetzelfde antwoord als PostNL eerder in dit artikel al aangaf. ‘Het is een heel gelijk speelveld op basis van first come, first served. Dus ook op drukke dagen’, aldus Kars.
‘Maar het zal wel noodzaak worden, omdat veel gemeenten dit als eis gaan stellen’, legt Dragstra uit. ‘Zij willen graag white label-pakketautomaten, want één wand moet door meerdere partijen gebruikt kunnen worden. Gemeentes zijn bang voor wildgroei van dergelijke automaten, zeker als ze de kleur van de desbetreffende vervoerder hebben.’ De grootste uitdaging is volgens Dragstra nu waar je de pakketautomaten neer kunt gaan zetten. Veel gemeentes moeten hun beleid op dat gebied nog bepalen. ‘De ene gemeente geeft dat een hogere prioriteit dan een andere. Maar het betekent wel dat zo'n gemeente er “iets van moet gaan vinden”, zeker als zo’n wand op gemeentegrond komt te staan. En dat is in ons geval vaak zo.’
Toename pakketten
Volgens de ceo van De Buren neemt de hoeveelheid pakketten ook alleen maar toe: ‘De algemene verwachting is wel dat het aan huis bezorgen steeds meer een luxe product wordt, waarvoor je ook extra moet betalen. En dat afhalen de norm wordt. Als het aan huis bezorgen af gaat nemen, kan dat eigenlijk alleen maar echt goed opgevangen worden door zelf af te halen. Vandaar dat wij in z'n algemeenheid verwachten dat dit alleen maar toe gaat nemen.'
'En omdat de retail het moeilijk heeft, denk ik ook dat wij als exploitant van onbemande afhaalpunten daar juist in een heel mooie positie zitten.’ Op de vraag waarom PostNL niet in de lijst vervoerders staat waar ze mee samenwerken, laat de ceo weten: ‘Daar praten we al heel lang mee, maar we komen niet tot een overeenkomst. PostNL wil exclusiviteit, dus dat zij de enige zijn die de automaten vullen. En daar geloven wij al sinds het begin niet in.’
Game changer
Om dit samenwerkingsmodel in stand te houden is er meer nodig, denkt Ploos van Amstel. ‘De synergie in de hele bezorgketen is beperkt als je alleen maar samenwerkt in de last mile(!). Bestaande bedrijfsculturen zijn vaak niet geschikt voor meer samenwerking. Er heerst veel functioneel denken, ondersteund door organisatiestructuren en prestatiebeoordelingen die gericht zijn op functionele activiteiten, in plaats van op de klant gerichte supply chain processen. Daarnaast heb je een cultuur nodig die is gericht op ketensamenwerking: vertrouwen, wederkerigheid, informatie-uitwisseling, openheid en communicatie.’
De belangrijkste vraag is volgens hem wat de consumenten gaan doen. ‘Het afhaalgedrag is de laatste tien jaar niet veranderd. Bijna 90 procent van de klanten laat het pakje aan huis of bij de buren komen; 13 procent van de pakjes wordt afgehaald in de winkel. De pakketbezorgers zijn steeds beter in staat op afspraak te leveren. Dan is afhalen eigenlijk niet meer nodig, toch? Een kleine groep consumenten kiest bewust voor afhalen en is zelfs bereid ervoor te betalen. Maar is die markt groot genoeg? Dat consumenten straks voor pakketten van verschillende vervoerders en webwinkels bij één pakketautomaat terechtkunnen, zou wel eens een game changer kunnen zijn’, aldus Ploos van Amstel.
Er is op dit moment 0 keer gereageerd op:
Pakketautomaten met een latrelatie