Twinkle | Digital Commerce

Nieuwe regels: de P2B verordening

2020-12-17
1000562
  • 4:07

Met ingang van 12 juli 2020 is de Europese Platform-2-Business verordening van toepassing geworden. Deze verordening reguleert hoofdzakelijk de wijze waarop online verkoopplatformen met hun zakelijke gebruikers moeten omgaan. De nieuwe regels pogen meer evenwicht aan te brengen in de relatie tussen de al snel machtige platformen en de daarvan afhankelijke kleine zakelijke gebruikers.

Tekst: Tim Wokke

De verordening schept hoofdzakelijk verplichtingen voor online platformen waarop ondernemers producten en diensten aan consumenten kunnen aanbieden. Denk hierbij aan verkoopplatformen als Amazon en bol.com, maar ook aan appstores en reserveringswebsites. Om op dit soort platformen iets aan te mogen bieden, gaat de ondernemer een overeenkomst met de platformaanbieder aan. De verordening heeft aanzienlijke invloed op de wijze waarop die overeenkomst (de ‘platformvoorwaarden’) vormgegeven moet worden.

Duidelijke platformvoorwaarden

De platformvoorwaarden moeten allereerst in duidelijke en begrijpelijke taal zijn opgesteld. Dit betekent dat het voor de gemiddelde zakelijke gebruiker duidelijk moet zijn welke gevolgen deze voorwaarden voor hem kunnen hebben. De voorwaarden moeten vooraf, maar ook gedurende de looptijd van de overeenkomst eenvoudig raadpleegbaar zijn.

Inhoudelijke vereisten

Naast de eis dat de platformvoorwaarden duidelijk en begrijpelijk moeten zijn opgesteld, moeten er ook bepaalde onderwerpen in aan bod komen. Hieronder wordt ingegaan op enkele daarvan.

  1. Opschorting, beperking en beëindiging van de platformdienst
    In de platformvoorwaarden moet duidelijk worden omschreven in welke gevallen het platform de dienstverlening mag beperken, opschorten of beëindigen. De bedoeling hiervan is dat het voor zakelijke gebruikers op voorhand volledig duidelijk is wat wel en wat niet is toegelaten op het platform en welke gevolgen niet-naleving kan hebben. Zo zal een platform niet zonder reden aangeboden producten mogen blacklisten of zonder aanleiding een ondernemer onzichtbaar maken op het platform.
  2. Rangschikking
    Op platformen zijn doorgaans meerdere aanbieders actief die daarop met elkaar concurreren. Soms is het platform zelf ook nog eens als verkoper actief. Als consumenten een platform raadplegen, heeft de rangschikking van beschikbare producten en diensten invloed op de daadwerkelijke verkoop. In de platformvoorwaarden moet dan ook duidelijk beschreven worden wat de belangrijkste parameters zijn die invloed hebben op deze rangschikking. Soms kunnen ondernemers bijvoorbeeld tegen betaling hoger worden geplaatst. Dat is dan een belangrijke parameter. Deze vereiste transparantie biedt ondernemers ook de mogelijkheid platformen daarin met elkaar te vergelijken.
  3. Gebruik van data
    Voor gebruikers van platformen zijn data die middels het platform worden gegenereerd van grote waarde. Daarom moet in de platformvoorwaarden worden beschreven in welke mate zakelijke gebruikers of derde partijen toegang hebben tot de platformdata en wat de voorwaarden voor toegang zijn. Voor ondernemers is het bijvoorbeeld van belang te weten of een platform dat tevens zelf als verkoper actief is op hetzelfde platform, zichzelf toegang verschaft tot de platformdata die bij de verkoop van producten of diensten van de ondernemer worden gegenereerd.
  4. Gedifferentieerde behandeling
    Als de platformaanbieder zelf verkoper is op het platform of zeggenschap heeft over derden die op het platform actief zijn, dan dient in de platformvoorwaarden duidelijk omschreven te zijn of zij de eigen aangeboden producten ‘anders behandelen’ ten opzichte van het aanbod van andere ondernemers. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat een platform hetzelfde product aanbiedt tegen dezelfde prijs en zichzelf dan toch bovenaan plaatst in de rangschikking.
  5. Wijziging van de voorwaarden
    De platformvoorwaarden moeten een heldere wijzigingsprocedure bevatten. Wijzigingen moeten minimaal 15 dagen van tevoren worden aangekondigd en mogen geen terugwerkende kracht hebben. Gedurende deze periode moet de zakelijke gebruiker ook de mogelijkheid hebben de platformovereenkomst op te zeggen, behalve als de wijziging verband houdt met gewijzigde wet- en regelgeving of dient ter ondervanging van onvoorziene gevaren. Denk bij het laatste aan wijzigingen die verband houden met het voorkomen van fraude of beveiligingsincidenten.
  6. Klachtenafhandeling
    Platformaanbieders zijn verplicht om een intern klantenafhandelingssysteem te verzorgen. Ondernemers moeten hier kosteloos bepaalde klachten kunnen voorleggen, onder meer met betrekking tot vermeende niet-naleving van de verordening door het platform. Daarnaast moet het platform minimaal jaarlijks publiek maken hoe het systeem heeft gefunctioneerd, zoals het totale aantal ingediende klachten, de voornaamste soorten klachten en de tijd die gemiddeld nodig was voor de verwerking ervan. In de platformvoorwaarden moet ook duidelijk beschreven worden hoe dit systeem werkt. Omdat een dergelijk systeem kostbaar is, zijn bepaalde kleinere mkb-platformen uitgezonderd van deze verplichting.
  7. Bemiddeling
    Omdat interne klachtenbehandeling niet altijd tot een gewenst resultaat zal leiden, dient een platform in de platformvoorwaarden ook twee onafhankelijke bemiddelaars aan te wijzen. Deelname aan bemiddeling is overigens niet verplicht gesteld. Het zal dan ook moeten blijken of platformen bij geschillen wel gaan deelnemen aan dit soort bemiddelingstrajecten. Deze verplichting geldt niet ten aanzien van bepaalde kleinere mkb-platformen.

(Gebrek aan) handhaving

Omdat het hier gaat om b2b-regelgeving, is ambtshalve handhaving niet verplicht gesteld. Wel kunnen Europese lidstaten hiertoe besluiten, maar in Nederland is daar vooralsnog geen sprake van. Als er geen ambtshalve handhaving plaatsvindt, is het maar de vraag of de verordening haar doel tot bescherming van de zakelijke platformgebruiker kan waarmaken. Bij gebrek aan handhaving zijn partijen nu immers minder geprikkeld de regels na te leven. Zeker nu het niet aannemelijk is dat de veelal kleine zakelijke gebruikers zelf naar de rechter stappen om naleving van de verordening af te dwingen. De verordening voorziet gelukkig wel in een evaluatiemoment in januari 2022, waaruit zal moeten blijken waar ze toe heeft geleid.

Tim Wokke is juridisch adviseur bij ICTRecht.