Twinkle | Digital Commerce

Pessimisme versus vooruitgang in 2020

2020-01-06
1000562
  • [opinie]
  • 4:14

Technologie is de basis voor grote veranderingen en zorgt voor veel negatieve sentimenten: angst voor grootschalige werkloosheid, ontwrichte gezinnen, generatiekloof, het einde van de democratie en de opkomst van geweld en maatschappelijke disruptie. Je kunt je dus afvragen of wij al die nieuwe technologieën niet moeten afschaffen? De veranderingen die het gevolg zijn kunnen we toch niet beheersen. Leidt technologie tot chaos, ontwrichting of juist tot goede verandering?

De wereld vanuit je eigen optiek

We plaatsen de ontwikkelingen in het plaatje van ons eigen wereldbeeld, binnen ons eigen gedragskader. Alles moet blijven zoals het was, alleen dan beter. We zijn niet tegen technologie, maar wel tegen verandering. Waarom kunnen arbeidsrelaties niet anders worden vormgegeven zonder vaste contracten, waarom moet het huidige pensioenstelsel blijven bestaan ondanks de onbetaalbaarheid ervan, waarom moeten winkels blijven bestaan als klanten de voorkeur geven aan online shopping, waarom moet een samenlevingsvorm blijven bestaan uit een man, een vrouw en kinderen? Omdat dit in ons eigen denkbeeld past.

Veranderingen gestuurd door technologie vinden we eng. Jongeren die ander gedrag laten zien, een andere vorm van informatievoorziening kennen en ander sociaal gedrag vertonen, zijn voor ouderen fout omdat die ouderen er niet mee zijn opgegroeid.

Niets nieuws onder de zon

Een soortgelijke situatie deed zich voor in de achttiende eeuw tijdens de industriële revolutie: sociale disruptie, andere machtshebbers (de industriëlen), de opkomst van steden, de toepassing van nieuwe technieken en distributiesystemen. De trein veranderde de wereld, nieuwe rijken werden machthebbers en het volk werd afhankelijk. De industrie verving vakmanschap, wat leidde tot allerlei protesten. Ook in de jaren twintig van de vorige eeuw was er veel weerstand tegen de auto: paarden werden onrustig, mensen werden aangereden, veel lawaai op straat. Terwijl de auto eerst als een geweldige oplossing werd gezien voor de stank en de overlast van paarden en -poep op straat.

Maar ook recentelijk: wie kent de club van Rome nog van 1970? Een protest tegen verdere industrialisatie, de gevolgen van voor het milieu, grondstoffenproblematiek, overbevolking en nucleaire ontwikkelingen. Men was bezorgd over ‘the runaway forces of technology’. Zo sterk zelfs dat de vakbonden stakingen uitriepen, en zo een verdere toepassing van technologie wilden tegenhouden. Want er zou grootschalige werkloosheid ontstaan.

Nieuwe aversie?

De vraag is dus: is de aversie tegen technologie zoals we nu ervaren, nieuw? En hoe komt het dat wij blind lijken te zijn voor de geweldige ontwikkelingen in de geneeskunde, de welvaart en de kracht om problemen uit het verleden op te lossen? Willen wij echt terug naar vroeger?

Willen wij echt terug naar vroeger?


Ouderen versus jongeren

De kracht van de huidige disruptie zit in de technologie en vooral in het gebruik van data en informatie die leiden tot nieuwe toepassingen. Smartphones, die pas 12 jaar oud zijn, hebben de wereld sterk veranderd. We zagen het niet aankomen, begrepen de impact van de mogelijkheden niet, zagen domweg de noodzaak er niet van in. Maar het was de opkomst van social media en de mogelijkheid om met behulp van apps gedrag aan te passen, dat leidde tot empowerment van de nieuwe generatie.

Ouderen waren terughoudend in de adoptie ervan en gebruiken eigenlijk de smartphone nog steeds op de oude manier, om te bellen en om informatie te raadplegen. Ouderen verbieden jongeren nog steeds om er te intensief gebruik van te maken en beseffen niet de kracht en de bindende waarde van het smartphonegebruik. Internet wordt steeds meer de echte wereld, de toepassing ervan wordt allesbepalend voor elk onderdeel van ons leven. De jeugd is de eerste groep die dit beseft.

Internet wordt steeds meer de echte wereld

Ouderen willen nog steeds macht en zeggenschap over de nieuwe generatie, terwijl ze dat al jaren kwijt zijn. Jongeren kijken geen tv meer, lezen geen kranten en gebruiken zelfs niet eens Facebook, Twitter of LinkedIn. Deze media worden door de jeugd afgedaan als media voor en door ouderen. Instagram en Facetime zijn populair, maar ook TikTok. Dat TikTok een medium is van een Chinees bedrijf en niet actief mag zijn in China leidt niet tot ongerustheid of zorgen over privacy.

Gevecht om systemen

Jongeren vertegenwoordigen niet alleen een significatiegroep in Europa (16 procent is onder de 14 jaar, 17 procent tussen 15 en 25 jaar), maar weten ook de nieuwe media effectief te gebruiken. Ze begrijpen dat technologie hen uitzonderlijke daadkracht en bereik geeft, zoals alleen al blijkt uit de acties van Greta Thunberg. Daarnaast zijn jongeren erg self-focussed. Ze hebben alleen interesse in nieuws en informatie als het in hun eigenbelang is. Ze hebben minder interesse in de belangen voor de maatschappij.

TikTok

Jongeren kunnen terecht worden gewezen op het niet luisteren of om ontwikkelingen in een breder perspectief te plaatsen, maar daar hebben ze geen boodschap aan. Het verleden kende andere regels en mogelijkheden. Die zijn nu niet meer relevant. Ook de waarheid is niet zo belangrijk, jongeren hechten zich aan idolen van YouTube, Instagram, TikTok of andere vloggers.

De kracht van jongeren (33 procent van de bevolking) komt voort uit het optimaal gebruik maken van de mogelijkheden van internet, social media en communicatie. Nieuwe media met een specifiek gebruik, waarbij ouderen zich nog steeds baseren op oude media, historie zijn een ander systeem. Logisch dat er spanning ontstaat tussen jongeren en ouderen ofwel tussen internet als ‘real world’ en de bestaande wereld gevormd uit het verleden als ‘real world’.

Aanpassen en accepteren is de enige mogelijkheid voor vooruitgang

Het is een achterhoedegevecht van ouderen met alle consequenties van dien. Aanpassen en accepteren is de enige mogelijkheid voor vooruitgang. Dit zal ten koste gaan van oude systemen, processen en verbanden. Vandaar de onrust, de strijd tussen wat was en wat gaat worden.