Twinkle | Digital Commerce

Witgoedmarkt kan niet meer om internet heen

2017-05-26
  • [nieuws]
  • 2:44

De invloed van internet bij het aankoopproces van groothuishoudelijk apparatuur is veel groter dan verwacht, blijkt uit onderzoek van Cor Molenaar in opdracht van branchevereniging Vlehan.

Rationele markt

Nog maar 6 procent van de consumenten laat zich volledig adviseren door de verkoper. ‘De witgoedmarkt is een rationele markt, en rationele beslissingen worden bij voorkeur online genomen. Dit in tegenstelling tot emotionele beslissingen, die vaak in de winkel worden gedaan’, vertelt Cor Molenaar.

Oriënteren

Volgens de onderzoeker oriënteert 90 procent van de consumenten zich online. ‘Eerst via Google, dan via een vergelijkingssite en tot slot in de webwinkels.’ Toch blijken consumenten wel behoefte te hebben aan fysieke oriëntatie. ‘Ze willen toch zien hoe het  product eruit ziet.’ Jeroen de Roos, directeur van branchevereniging Vlehan beaamt dat: ‘Een consument kan wel alles weten van een koelkast van 360 liter, maar hoeveel kan daar eigenlijk in? Daarvoor moet je het product toch zien.’ Volgens Molenaar ligt daar juist het omslagpunt: ‘De binding met de winkelier blijkt veel minder dan verwacht. Het maakt voor de consument niet uit of hij iets bij BCC, Mediamarkt of waar dan ook koopt. De loyaliteit aan het merk blijkt veel groter.’ Molenaar noemt het zorgwekkend dat men zo weinig vertrouwen heeft in de objectiviteit van de verkoper.

Rol verkoper

Volgens Molenaar moeten verkopers de adviesfunctie verminderen. ‘Verkopers moeten het moment van contact uitbuiten door objectief en goed advies te geven. Daarbij moeten ze zich richten op het serviceaspect – bijvoorbeeld door gratis thuisbezorging - en zorgen voor een eerlijke deal.’ Consumenten zetten hun vraagtekens bij een ‘vlotte verkoper’, zegt Molenaar.  ‘De verkoper moet zich richten op vakinhoudelijke elementen, en niet op de prijs. Hij moet deskundigheid en betrouwbaarheid uitstralen. Twee elementen die moeilijker via internet over te dragen zijn.’

Kennis
‘De gemiddelde verkoper weet van alles 50 tot 60 procent, terwijl de consument soms wel 80 procent weet', meent De Roos.'Beter opleiden is dus één punt, maar het is belangrijker je te richten op de behoeften van de klant.’ De retailer moet de klant goed informeren, en eventueel overhalen om een ander product te kopen. ‘Want’, zo meent De Roos, ‘iemand die voor een Senseo komt, maar vaak veel mensen over de vloer krijgt, is misschien veel meer gebaat bij een ander koffiezetapparaat.’  Wel meent hij, zoals Molenaar ook in het onderzoek concludeert, dat er een verschil is tussen vrijstaande en inbouwapperatuur. ‘Bij inbouwapparatuur blijft de rol van de verkoper groot, omdat je dat samen koopt met bijvoorbeeld een keuken.’

Mediamarkt

Molenaar noemt Mediamarkt als voorbeeld, volgens hem een retailer die erin slaagt succesvol webwinkels te pareren. ‘De kracht van Mediamarkt is dat zij inspelen op emotie en lage prijsperceptie. Zij stimuleren heel sterk het moment van aankoop. Ook blokkeren zij de transparantie, je moet naar de winkel gaan om te zien wat er in de aanbieding is. En ze trekken je met een aanbieding die maar een dag geldig is. Ter plekke moet je beslissen: koop ik het nu of niet?’  

Om de tafel

Volgens Molenaar moet de branche echt actie ondernemen. ‘Anders verdwijnt een groot deel van de omzet richting internet.’ Ook De Roos erkent de noodzaak om op de veranderde markt in te spelen. De directeur geeft aan in februari met de detailhandel om de tafel te willen gaan zitten, 'want je kunt het toch niet tegenhouden.’