Twinkle | Digital Commerce

Digitaal productpaspoort: weet wat je deelt

2024-07-11
1000562
  • 7:47

Vanaf 2027 hebben diverse productgroepen een paspoort nodig voor ze op de Europese markt komen. Het digitaal productpaspoort (DPP) vergezelt het product op zijn complete reis door de circulaire keten en bevat informatie over de grondstoffen, de afkomst en hoe je het kunt gebruiken, afdanken, hergebruiken of recyclen. Maar zijn retailers/merken er wel klaar voor om deze gegevens met anderen te delen?

Het paspoort is onderdeel van de Eco-Design For Sustainable Products Regulation (ESPR), dat weer onderdeel is van het Green Deal framework van de Europese Unie (EU) om ervoor te zorgen dat Europa in 2050 de eerste klimaatneutrale regio is. Vanaf 2027 gaat het DPP al gelden voor textiel, batterijen en consumentenelektronica en vanaf 2030 voor alle producten die op de Europese markt komen. Uitzondering hierop zijn levensmiddelen, diervoeding en geneesmiddelen. Wanneer het product niet uit Europa komt, neemt de partij die het product in Europa op de markt brengt de verantwoordelijkheid over.

In het meinummer van vorig jaar besteedde Twinkle al aandacht aan het digitaal productpaspoort. In maart 2022 was dit door de Europese Commissie als voorstel aangedragen en volgens Valeria Brussé, legal counsel bij ICTRecht, is er eind 2023 een voorlopig akkoord op een aangepaste versie gegeven. Brussé geeft aan dat het wachten is op een definitief akkoord (vanuit het Europees Parlement en de Raad van de EU), voordat de verordening van kracht wordt.

Stukje bewustwording

Dat betekent niet dat je als retailer/producent kunt gaan zitten wachten op dit definitieve akkoord. Er is een kans dat je dan in tijdsnood komt vanwege de te nemen stappen. Studio Anneloes had dit al vrij snel door en is inmiddels gestart met het verzamelen en vastleggen van informatie over hun bedrijfskledingcollectie SA@Work, een zogenaamde Noos-collectie (voor langere tijd een vast onderdeel van het assortiment). Later zullen ook de andere collecties een paspoort krijgen. Volgens Debbie Ridelman, business unit manager bij Studio Anneloes, gaat het DPP om bewustwording. ‘De hoeveelheid afval die we produceren hangt onder meer af van de wijze waarop producten geproduceerd worden’, aldus Ridelman. ‘Productcycli van de meeste producten zijn vandaag de dag nog altijd lineair. Dit betekent dat grondstoffen worden verzameld en verwerkt tot een product. Dit product wordt vervolgens verkocht en gebruikt. Wanneer het kapot is of niet meer nodig, verdwijnt het op de afvalberg. Dit proces is niet duurzaam, omdat het leidt tot uitputting van grondstoffen en dus ook tot een hoge afvalproductie.’ Een circulair productieproces daarentegen houdt volgens Ridelman materialen en producten zo lang mogelijk in gebruik en beperkt afval tot een minimum door recycling en hergebruik toe te passen. ‘De randvoorwaarde voor circulaire processen is dat de mogelijkheden van reparatie, recycling en hergebruik bekend moeten zijn. Dit is exact waarin het DPP een grote rol gaat spelen.’

Vervangen van barcode

Ook Michiel van Yperen, duurzaamheidsmanager van GS1 Nederland, geeft aan dat de EU wil dat producenten na gaan denken over het maken van producten die recyclebaar zijn, of die in elk geval hernieuwbaar of weer terug te winnen zijn. ‘En daarvoor heb je een digitaal logboek nodig,’ aldus Van Yperen, ‘zodat je weet waar het product precies van gemaakt is, wat erin zit, hoe en bij wie je het na gebruik moet afdanken en hoe het dan weer verwerkt kan worden tot een nieuw product. Hierbij is met name de materiaalsamenstelling heel belangrijk.’ GS1, ook wel bekend van de barcode, houdt zich al een tijdje bezig met het ontwikkelen van een QR-code waarin alle informatie samen moet komen in een paspoort. ‘En dat is ook gewenst,’ aldus Van Yperen, ‘zodat je uiteindelijk maar één QR-code op een verpakking hebt staan in plaats van bijvoorbeeld acht verschillende. Deze QR-code wordt nu als een standaard wereldwijd uitgerold en zal uiteindelijk de traditionele barcode vervangen.’

Het is momenteel nog onduidelijk wat er allemaal in het paspoort moet komen. Loont het dan om nu al te starten met verzamelen? ‘Zeker!’, geeft Van Yperen als antwoord. ‘Ze zijn inderdaad nog aan het bepalen wat er in het paspoort moet komen te staan. Maar heel veel bedrijven leggen meer data vast dan ze denken, zelfs al staat dat in vier verschillende databases. Dat is voor de QR-code namelijk geen probleem, want je kunt die databases heel goed onder één QR-code bij elkaar brengen, waardoor je feitelijk je paspoort voor een deel al klaar hebt. Misschien is het nog niet volledig, maar dan ben je in ieder geval begonnen. Later, wanneer bekend is wat er in moet komen te staan, kun je dit altijd nog aanpassen.’

Afschermen van data

Nu alvast starten met het DPP kan als voordeel hebben dat een bedrijf zich hiermee onderscheidt van concurrenten. Ook Dopper heeft vrij recent een eerste versie van het DPP gelanceerd. Volgens Niels Heijman, research & development manager bij Dopper, biedt het paspoort transparantie en daarmee de mogelijkheid voor beter onderbouwde duurzaamheidsclaims. ‘Het DPP geeft ons de mogelijkheid om deze duurzaamheidsinformatie - van de hele productlevenscyclus - te delen met consumenten en organisaties’, aldus Heijman.

En dat is precies ook de crux van dit verhaal, want willen bedrijven dit wel? Sommige beschouwen hun productieproces als vertrouwelijk en willen niet graag alle details delen met consumenten en/of concurrenten. Voor hen is er goed nieuws, want volgens Van Yperen hoeven niet alle data met iedereen gedeeld te worden. ‘Je kunt bepaalde datavelden afschermen of autoriseren naar bepaalde gebruiksgroepen, zoals een recycler of de Autoriteit Consument & Markt. De complete materiaalsamenstelling kan bijvoorbeeld concurrentiegevoelig zijn, maar de recycler moet wel weten waar het product uit bestaat. Omdat het geen informatie is die een consument hoeft te hebben, zou je de recycler daar als enige inzage in kunnen geven.’

DPP werkgroep
Op 10 oktober, de dag van de duurzaamheid, komt de Shopping Tomorrow blue paper over het digitaal productpaspoort uit. Volgens Van Yperen van GS1 Nederland, die nu in de DPP werkgroep zit samen met diverse retailers en andere organisaties, onderzoeken zij hoe je een schaalbaar DPP voor alle spelers implementeert in een supply chain. Het plan is om een praktische handleiding te maken over het DPP. Daarnaast maakt de werkgroep een demopaspoort voor de drie productgroepen, om de stap naar een DPP gemakkelijker te maken.

Aankleden van het paspoort

Al met al is het wel belangrijk dat er goede afspraken worden gemaakt over het up-to-date houden van de informatie in het paspoort. Dit beaamt ook Ridelman van Studio Anneloes: ‘Het DPP heeft geen kans van slagen als de data niet kloppen. Een fout in data betekent veel tijd en moeite om dit weer op te lossen. Investeren in professionele informatiemanagementsystemen maken een efficiënte realisatie van het DPP mogelijk en zijn dus echt noodzakelijk om productdata accuraat te kunnen verzamelen en beheren. Dit is een kostbare investering.’ Alle informatie die in het DPP komt te staan, wordt volgens Ridelman uit hun eigen systeem gehaald. ‘Daarin moet dus alle informatie kloppen, want als het systeem deze informatie niet juist ophaalt, wordt alles verkeerd weergegeven in het DPP. De communicatie tussen onze partners en onze productieafdeling is cruciaal. Met een Noos collectie, zoals onze bedrijfskleding, is er minder kans op fouten. Wanneer we dit in de fashioncollecties gaan doorvoeren, moeten er ongeveer dertien à veertien complete collecties per jaar zo nauwkeurig mogelijk ingevoerd worden. Dit is een zeer arbeidsintensief, en dus kostbaar proces.’

Deze verzamelde informatie zal daarnaast op een overzichtelijke manier aan de buitenwereld getoond moeten worden. Een voorbeeld van een in-house development is Dopper, waarbij de footprintdata wel gebaseerd zijn op software van het LCA-softwarebedrijf Ecochain. Via een pdf zijn de specificaties van de fles direct duidelijk, net als de certificeringen, het materiaal, de footprint en de mogelijkheden om de levensduur te verlengen. Studio Anneloes is in zee gegaan met een externe partij: Tappr. Daarmee hebben ze de vrijheid om hun eigen design toe te passen in de web-based app. ‘Zo behouden we onze eigen look-and-feel’, aldus Ridelman.

Gebrandmerkt

Het implementeren van het DPP stopt echter niet bij het verzamelen van informatie en het verwerken van deze gegevens in een overzicht. De QR-code moet ook ergens op het product komen te staan. ‘En dat is een ander soort uitdaging’, meldt Van Yperen van GS1 Nederland, ‘want hoe zorg je ervoor dat die identiteit van het product ook echt bij het product blijft? Zo'n QR-code zal misschien wel op het product gelaserd of gegraveerd moeten worden, want ook zonder doos moet de code beschikbaar blijven. En wat dacht je van de verschillende onderdelen waaruit een product kan bestaan? Zoals een boormachine met een losse accu, daar zou dan zowel de accu als de boormachine zelf een aparte code moeten hebben. Overigens moet het allemaal nog bepaald worden, dus ook dit staat nog niet vast. Maar het principe is natuurlijk wel dat je precies moet weten hoe je bepaalde producten moet recyclen, ook de losse onderdelen ervan.’

Bij Studio Anneloes staat de QR-code in het main label van de kleding. De labels met wasvoorschriften blijven nog steeds verplicht, dus deze zullen (voorlopig) nog niet verdwijnen. Ook hier is de QR-code van het DPP een toevoeging, volgens Ridelman: ‘Je kunt in het DPP veel uitgebreidere informatie vinden over de wasvoorschriften, zo staan er ook tips bij om je kleding zo lang mogelijk mooi te houden. We willen dat mensen onze kleding zo lang mogelijk kunnen blijven dragen. In de toekomst gaan we in het DPP ook laten zien hoeveel langer de kleding mee gaat ten opzichte van andere merken/stoffen.’

De flessen van Dopper kunnen bedrukt worden met een QR-code, maar voor het DPP pakken ze dat voorlopig nog anders aan. ‘We maken gebruik van GS1's digital link om een connectie te maken met het DPP’, aldus Heijman van Dopper. ‘Momenteel is de link te vinden op de kartonnen wikkel, maar het is de bedoeling dat de digital link in de toekomst ook op de producten zelf komt.’

Tot slot wil Van Yperen nog meegeven dat het DPP niet de kern is van die wetgeving, maar een middel van de EU om het doel te bereiken dat producten anders gemaakt gaan worden zodat ze langer in de levenscyclus blijven en uiteindelijk heel goed gerecycled kunnen worden. ‘Je moet er dus door een andere bril naar kijken.’

Op 28 juni is de wetgeving voor het invoeren van digital product passports officieel gepubliceerd.