Twinkle | Digital Commerce

Hoe komt het CBS aan cijfers over detailhandelsverkopen?

2019-11-01
1000562
  • [onderzoek]
  • 2:26

Elke maand publiceert het Centraal Bureau voor de Statistiek cijfers over de detailhandelsverkopen in Nederland. Twinkle maakt op zijn website steevast melding van de ontwikkeling van de online verkopen, onderscheid makend tussen ‘pure internetverkopers’ en ‘multi-channelers’. Maar hoe komt het CBS eigenlijk aan die cijfers?

Twinkle legde het statistiekenbureau een aantal vragen voor, hieronder zijn ze voorzien van antwoorden door specialisten van het CBS.

Over welke producten en branches gaan de cijfers?

Onder detailhandel verstaat het CBS: de verkoop van niet-zelf vervaardigde goederen, zowel nieuw als tweedehands, aan consumenten. Bedrijven met meerdere activiteiten (bijvoorbeeld detailhandel en groothandel) worden ingedeeld naar het zwaartepunt van de activiteiten. In de SBI-classificatie (Standaard Bedrijfsindeling) wordt detailhandel aangeduid met SBI 47. Daaronder vallen offline en online winkels, markthandelaren en overige distributievormen als colportage en automaten. Tankstations en apotheken behoren officieel ook tot SBI 47 detailhandel, maar deze twee worden in omzetstatistieken niet meegenomen.

Hoe tellen de verkopen van buitenlandse verkopers mee?

We nemen de Nederlandse KvK-nummers als basis. Bij een internationale winkelketen vallen de Nederlandse winkels daaronder. Als zo’n keten daarnaast een webshop heeft, dan is de vraag met wie de consument een overeenkomst aangaat. Is dat een Nederlandse rechtspersoon of een buitenlandse? Beide kan het geval zijn. We nemen de webshop alleen mee als die juridisch Nederlands is.
Omdat het CBS graag een totaalzicht wil bieden op de Nederlandse consumentenbestedingen, proberen we ook de grensoverschrijdende aankopen te becijferen. Daartoe brengen we sinds een aantal jaren de aankopen bij Europese webshops afzonderlijk in kaart, op basis van hun btw-afdrachten.

Hoe meten jullie de detailhandelsbestedingen?

Het CBS vraagt in enquêtes aan bedrijven om de totale gefactureerde omzet op te geven en daarnaast de omzet uit internetverkoop. In hoeverre online aankopen in winkels en die op externe verkoopplatforms wordt opgegeven, zal afhangen van de wijze waarop de administratie van het bedrijf is ingericht.

Op hoeveel respondenten zijn de cijfers gebaseerd?

De algemene omzetstatistiek wordt bij enkele duizenden bedrijven per maand uitgevraagd; bedrijven met vijftig werknemers of meer worden integraal geënquêteerd. Bij kleinere bedrijven werkt het CBS met een representatieve panelsteekproef. Het steekkader vormt het bedrijvenregister van het CBS, dat onder andere wordt gevoed door de KvK.
De internetomzet wordt bij een kleinere groep van circa 750 bedrijven uitgevraagd. Daarbij gaat het om grote en middelgrote winkelbedrijven (vanaf vijftig werknemers) en de webshops vanaf tien werkzame personen. De internetomzet van kleinere winkelbedrijven, met tussen de tien en vijftig werknemers, wordt door middel van een modelmatige schatting geraamd.

Worden de online verkopen ook uitgesplitst naar branche, zoals dat in de algemene cijfers gebeurt?

Op dit moment helaas niet. Het is wel een wens om dit in de toekomst in kaart te brengen.

In de cijfers over de online detailhandelsverkopen maken jullie onderscheid tussen pure internetverkopers en multi-channelers. Hoe wordt het onderscheid gemaakt?

In de praktijk worden bedrijven als pure player bestempeld als ze meer dan 50 procent van de omzet uit internetverkoop halen. Over individuele gevallen kunnen we helaas geen uitspraken doen. We realiseren ons dat de concepten pure internetverkoper en multi-channeler in de loop van de tijd minder betekenisvol kunnen worden.