Twinkle | Digital Commerce

Codes in de mode

2019-04-12
1000562
  • [interview]
  • 3:34

Als barcode-uitgever en bepleiter van wereldwijde standaarden heeft GS1 in Nederland meerdere databases op non-profitbasis opgezet. Ze verbinden per branche retailers en leveranciers met elkaar door het vastleggen en delen van artikeldata volgens centrale richtlijnen. Na de food- en doe-het-zelfbranche verscheen onlangs GS1 Fashion Base, waaraan een groeiend aantal retailers uit de modesector deelneemt.

Het draagvlak van de datapools groeit voortdurend, constateert Jerry Tracey, sectormanager retail bij GS1 Nederland. ‘Bij de start in de foodsector, jaren geleden, was de behoefte aan standaardisatie van artikeldata vaak logistiek van aard. In die branche moet er snel kunnen worden gecommuniceerd over producten, van bestelling en levering tot aan facturatie ervan. De opkomst van e-commerce heeft die behoefte flink vergroot: artikelinformatie moet in korte tijd inzichtelijk gemaakt worden voor consumenten, denk dan bijvoorbeeld aan ingrediënten of herkomst. Er zijn per product vaak tientallen gegevensvelden die interessant zijn.’

Uit de pilotfase

Vanuit die gedachte ontstonden de eerste centrale databases in de food-, doe-het-zelf-, tuin- en dierbenodigdhedensector. Daarna was de modebranche aan de beurt: sinds een klein jaar loopt een pilot, opgezet door GS1 in samenwerking met contentleverancier Icecat en brancheorganisaties INretail en Modint. De positieve ervaringen uit die pilot, opgedaan door pilotpartners als wehkamp, de Bijenkorf, PVH (Hilfiger, Calvin Klein) en Bestseller, gaven aanleiding tot het uitbreiden van het werkveld naar de hele Nederlandse modesector. Dat gebeurde begin dit jaar.

‘Leveranciers zijn nu hard bezig om artikelgegevens volgens de afgesproken richtlijn op te voeren, hun afnemers om ze ook via die weg te ontvangen’, vertelt Tracey. ‘Om dat proces zo geautomatiseerd mogelijk te maken, moeten veel koppelingen gelegd worden. We zien nu ook dat bedrijven uit andere non-foodsectoren geïnteresseerd raken. Er vindt, mede dankzij e-commerce, steeds meer branchevervaging plaats. Doe-het-zelfzaken bijvoorbeeld kennen tegenwoordig ook een dierenafdeling, waardoor die sector ook steeds meer voor deelname aan een centrale database openstaat.’

Global language of business

Ten grondslag aan het opzetten van de Fashion Base ligt de adoptie van GS1 EDI, ofwel electronic data interchange: de uitwisseling van gedigitaliseerde gegevens. Aan de basis daarvan ligt de zogenoemde GTIN: het global trade identification number. Tracey: ‘De meeste mensen noemen dat nog EAN, ofwel het European article number, zoals vroeger. Tegenwoordig zijn we echter een wereldwijde organisatie, dus spreken we over GTIN.’ Dit door GS1 uitgegeven nummer is uniek. Elke producteenheid – kleur, maat, grootte, hoeveelheid – heeft een eigen code nodig: alleen dan kunnen alle producten makkelijk van elkaar worden onderscheiden. Voor e-commerce spelers kan het ook gaan om beeldmateriaal: productfoto’s en video’s. ‘GTIN is de sleutel tot allerlei gegevensvelden met informatie over het product waaraan het gekoppeld is. Dat proces op zich is redelijk rechttoe rechtaan: het gaat met name om het bereiken van overeenstemming binnen branches over definities van die velden. Bijvoorbeeld: wat bedoelen we met een maat, hoe coderen we bepaalde kleuren? Daar moet je universele afspraken over maken. Dat werkt het beste wanneer dat in veel landen tegelijkertijd gebeurt. Dat is de global language of business.’

Suitable, dat herenmode verkoopt via de eigen webshop en zestien filialen, verlegde het accent op bricks de afgelopen jaren steeds verder naar clicks. Die ontwikkeling zette het bedrijf aan tot deelname aan de Fashion Base, vertelt oprichter Raoul van Dun. ‘We hebben in toenemende mate te maken met informatieverwerking: in de communicatie met leveranciers, maar ook vanwege bezoekers van onze website, die allerlei vragen over producteigenschappen beantwoord willen zien.’ Bovendien is in de loop der jaren, hand in hand met de stijging van online verkopen, de verlooptijd van het assortiment aardig verkort en is er in de modesector vaak sprake van seizoensgebonden wisselingen. ‘We moeten ons aanbod snel online kunnen zetten of wijzigen, liefst niet handmatig, dat kost veel tijd en moeite. Het is dan efficiënt om samen met andere retailers en leveranciers te kunnen schakelen.’

Opstarten en aanhaken

Het GS1 Fashion Base-project bevindt zich nog in de beginfase, benadrukt Tracey: ‘Het is voor bedrijven vaak een hele stap om hun huidige systeem te vertalen naar de afgesproken standaarden.’ Om te voorkomen dat veel spelers individuele oplossingen en afspraken moeten maken, werkt GS1 samen met onder andere Euretco, dat het platform wil gaan gebruiken. ‘De pilotresultaten zijn positief, maar vaak komt het echte voordeel voor de branche pas boven water als je niet alleen artikelinformatie deelt of ontvangt, maar bijna álle soorten informatie. Zo zou je veel beter voorraadinformatie met elkaar kunnen gaan delen. Dan wordt het echt leuk. Branches moeten eraan toe zijn, de ene is in technisch opzicht vooruitstrevender dan de andere. Het is de bedoeling dat het gebruik van datapools zich als een olievlek gaat uitbreiden: wanneer het om standaardisatie gaat, wordt natuurlijk maximale synergie bereikt wanneer zoveel mogelijk partijen meedoen.’