Vandaag gaat de Twinkle100 naar de drukker. Dé lijst met 100 grootste webwinkels van Nederland, die verschijnt op 29 september. De afgelopen maanden zijn we druk bezig geweest om omzetten te achterhalen.
Maar ook aantallen unieke bezoekers en met wie die retailers allemaal zaken doen. Met wie doen ze hun affiliate-, zoekmachine- en e-mailmarketing? Wie verzorgt het webdesign? Dat soort vragen. En dan zijn er retailers die daar ‘geen uitspraak’ over doen. Waarom niet? Dat vinden ze vaak concurrentiegevoelige informatie. Ik denk eerlijk gezegd dat veel retailers geen idee hebben. Wel met wie ze zaken doen (hoop ik), maar niet als het gaat om wat er online en wat er offline wordt omgezet. Of hoeveel bezoekers ze online ontvangen. Of aan wie ze verkopen; is het een consument of een zakelijke klant? Ik denk dat ze niet genoeg meten en als ze al meten dat ze weinig tot niets met de gegevens doen.
In Amerika is de branche veel transparanter. Als ik de nieuwste Top 500 Guide van Internet Retailer opensla, loopt het water me door de mond. Wat een ongelofelijke bulk aan informatie, tot de conversieratio’s aan toe. Nu is de Amerikaanse cultuur een heel andere dan de onze - ze vertellen je daar ook zonder omhaal wat hun salaris is – maar toch denk ik dat we een voorbeeld aan hen kunnen nemen. In ieder geval meten en weten ze meer. Dat lijkt me al een goed begin voor de Nederlandse retailer. De Nederlandse e-commerce markt is een jonge en stevig groeiende markt (verwachte groei eerste zes maanden 2009: 20 tot 25 procent). We kunnen en moeten nog veel leren. Dat kan door kennis te delen. Door transparant te zijn dus.
De vergelijking met Amerika vind ik gedateerd en naïef. Je hoeft niet gestudeerd te hebben - een gezond helder verstand is al voldoende - om de kernachtige (cultuur) verschillen tussen de VS en Nederland te weten. Tegelijkertijd besef ik de moeilijk meetbare parameters die voor een getrouwe weergave nodig zijn. In overdrachtelijke zin geldt dit ook voor de omstreden Quote500.