Twinkle | Digital Commerce

NMa ziet af van onderzoek naar prijsdiscriminatie

2017-11-11
170130
  • 1:56

De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft onvoldoende aanwijzingen dat fabrikanten via illegale prijsafspraken webwinkels benadelen. Een uitgebreid onderzoek naar de vermeende prijsdwang is dan ook van de baan.

Bij het merendeel van de ontvangen signalen en de reacties op enquêtes, ontbraken volgens de NMa documenten die als bewijs gebruikt kunnen worden, zoals contracten, brieven en e-mails.

In die gevallen waarin deze documenten wel waren meegestuurd, gaven deze voor de autoriteit onvoldoende aanwijzingen voor een onderzoek naar een mededingingsrechtelijke overtreding.

Gedwongen

Aanleiding voor de 'sectorscan' die de NMa wel uitvoerde, is een enquête van Thuiswinkel.org begin vorig jaar. Daaruit bleek dat een aanzienlijk deel van de responderende leden zich gedwongen voelt bepaalde adviesprijzen te hanteren, waardoor de online-prijzen in verschillende branches kunstmatig hoog werden gehouden.

Oproep NMa
De NMa deed daarop een publieke oproep om problemen rondom internetverkoop te melden. Dit leverde 131 'signalen' op. Omdat het aantal reacties tegen viel, heeft de NMa aanvullend twee uitgebreide enquêtes uitgezet bij online-verkopers van witgoedsector en van horloges.

'Oprecht verbaasd'
De bereidheid om deel te nemen aan de enquête was aanvankelijk beperkt. Pas na een nabelactie ging de respons omhoog. 'Dat verbaast mij oprecht', reageert Pieter Kalbfleisch, voorzitter van de Raad van Bestuur van de NMa. 'Zeker omdat internetwinkeliers veelvuldig hebben geklaagd over de oneerlijke concurrentie en ze nu nadrukkelijk de kans hadden om documenten op te sturen die als bewijs kunnen dienen. Immers, zonder bewijs hebben wij geen zaak en starten wij geen onderzoek.'

Eenzijdig
Van de reacties die de NMa wel binnen kreeg, ging 61 procent over de bij de Mededingingswet verboden verticale prijsafspraken, waarbij een fabrikant eenzijdig een vaste consumentenprijs of een minimum verkoopprijs oplegt. 'Er waren onvoldoende aanwijzingen voor een mededingingsrechtelijk onderzoek naar verticale prijsbinding', concludeerde echter de NMA.

Leveringsweigering en dual pricing
De overige respons ging over leveringsweigering (27 procent) of het hanteren van verschillende voorwaarden door leveranciers (dual pricing, 12 procent). Webwinkeliers gaven bijvoorbeeld aan dat zij van leveranciers direct of indirect hogere inkoopprijzen kregen dan fysieke winkeliers.

Economische machtspositie
Leveringsweigering en dual pricing zijn op zichzelf niet verboden, gelet op de handelingsvrijheid die een ondernemer heeft, benadrukt de NMa. Deze vormen van een verticale overeenkomst kunnen wel verboden zijn als er sprake is van een economische machtspositie. Daarvoor waren volgens de autoriteit geen aanwijzingen in de signalen en enquêtes. De NMa wijst er overigens op dat ondernemers die een geschil hebben met hun leverancier ook terecht kunnen bij de civiele rechter.


Gerelateerde artikelen: