Hema is door de rechter in het ongelijk gesteld in een lopende rechtszaak, waarbij het warenhuis en zijn franchisenemers lijnrecht tegenover elkaar staan omtrent de verdeling van e-commerce kosten.
De komende tijd mag Hema die kosten daarom niet inhouden bij aangesloten franchisers, luidde het oordeel gisteren. De uitspraak betreft een kort geding; momenteel loopt ook een bodemprocedure, waarin het geschil tussen beide partijen definitief beslecht wordt.
Niet van deze tijd
De oorzaak van de onduidelijkheid over wie zorg draagt voor de rekeningen voortvloeiend uit online activiteiten, ligt bij de franchiserscontracten, opgesteld vóór de Hema-webshop de deuren opende. De contracten zijn volgens Hema 'niet van deze tijd', aldus De Financiële Telegraaf, die de processtukken inzag.
Leveranciersbijdragen gekort
Ruim twee jaar geleden troffen de retailer en zijn franchisenemers, die zo'n veertig procent van de Hema-winkels voeren, een schikking over leveranciersbijdragen die Hema tot die tijd zelf opstreek; sindsdien betaalt het bedrijf de franchisers 23 miljoen euro terug in termijnen. In 2016 besloot het bestuur van de keten eigenhandig de kosten van e-commerce daarin door te berekenen, zodat de uitkeringen gekort werden. Daarop stapte de Vereniging Aangesloten Bedrijven Hema (VAB), vertegenwoordiger van de franchisers, naar de rechter.
In de etalage
De uitspraak had niet op een ongunstiger moment kunnen komen: eigenaar Lion Capital zette het bedrijf in september in de etalage, de onrust kan de verkoop negatief beïnvloeden. Tijdens de juridische procedure liet Hema, dat de VAB niet langer als gesprekspartner erkent, zich ontvallen twijfels te hebben over het voortzetten van de franchiseconstructie.
Er is op dit moment 0 keer gereageerd op:
Rechter geeft Hema ongelijk in onlinevergoeding-vete
Je kunt niet meer reageren op dit artikel.