Clothes2me: een online passpiegel

Met behulp van Clothes2me kunnen consumenten thuis digitaal kleding passen. Het platform geeft persoonlijk kledingadvies aan de hand van een 3D-model. Een nieuwe stap in gepersonaliseerde winkelervaring, aldus de eigenaren.

‘De online fashion winkelbeleving is nu nog niet zoals in de fysieke winkel. Wij willen de passpiegelervaring overal beschikbaar maken’, aldus medeoprichter David Uhlenbroich. Samen met Erwin Klerks bedacht hij Clothes2me, een personalisatieplatform voor retailers en fashionmerken. Via een persoonlijk 3D-model kan de klant de pasvorm beoordelen en zien of het item hem staat.

Maar voordat er online gepast kan worden, moet de retailer zijn collectie digitaliseren met de fitbot, de robot-fashionscanner van het platform. Deze meet kledingstukken op onder andere druk (hoe strak zit het), en pasvorm. Dat wordt omgezet in een 3D-model. Daarnaast schat Clothes2me aan de hand van een foto en opgave van lengte, leeftijd en gewicht, het lichaamspostuur van de consument in. Vervolgens wordt het gescande kledingstuk over de 3D lichaamsschatting gelegd en voilà: een digitale passpiegel. ‘We gebruiken kleuren om de pasvorm aan te geven; rood is strak en groen is ruim’, vertelt Klerks. De consument kan zelf aangeven bij welke retailer zijn forecasted 3D bodyscan gebruikt mag worden en hoeft dus niet telkens opnieuw zijn gegevens te uploaden.

Het verdienmodel van Clothes2me bestaat uit een licentie voor gebruik. ‘In de toekomst willen we naar een no cure, no pay-model.’ Naast conversieverhoging verwacht Klerks met Clothes2me ook de retourstroom van kleding te verlagen. Bekendheid van het platform wordt gegenereerd via free publicity, pitchcompetities en presentaties bij innovatie-events.

De dienst gaat begin 2018 in pilotversie bij een aantal partners draaien. Marktintroductie wordt verwacht in het najaar van 2018. ‘We werken nog aan de realisatie van een socialmediakoppeling, waarbij we na toestemming van de consument ook die foto’s kunnen gebruiken voor het bepalen van het postuur’, besluit Klerks.