Winkelen in het internettijdperk onderzocht
De afgelopen weken is het rapport 'Winkelen in het internettijdperk' van het Ruimtelijk Planbureau veelvuldig in het nieuws geweest. Met name de conclusie 'dat vooral in de binnensteden bepaalde winkels als gevolg van de concurrentie van het internet uit het straatbeeld zullen verdwijnen', heeft veel stof doen opwaaien. Hierdoor is een aantal andere interessante resultaten uit de studie onderbelicht gebleven. Die leest u in dit artikel.
Tekst: Jesse Weltevreden
Ondanks dat traditionele winkeliers in toenemende mate de voordelen van een website ontdekken, moeten zij wat betreft de online-verkoop nog steeds hun meerdere erkennen in de pure internetspelers. Van alle internetaankopen in 2006 werd 29 procent bij e-tailers gedaan, 18 procent bij postorderaars en slechts 11 procent bij traditionele winkeliers. In 2004 lagen deze aandelen op respectievelijk 34, 20, en 14 procent. Traditionele winkeliers, maar ook e-tailers en postorderaars, hebben hun aandeel in de e-commerce markt de afgelopen twee jaar dus zien dalen. Een afnemend marktaandeel is echter niet noodzakelijkerwijs negatief. Doordat de totale online-verkopen nog steeds explosief stijgen, kan een afnemend marktaandeel in een groeiende markt nog steeds meer omzet betekenen.
Sterk in opkomst: c2c
De afname van bovengenoemde marktaandelen is mede het gevolg van de sterke groei van de c2c e-commerce markt de afgelopen twee jaar; consumenten verhandelen in toenemende mate onderling tweedehandsartikelen via veiling- en advertentiesites. Waren tweedehandsartikelen in 2004 nog goed voor 5,6 procent van alle internetaankopen, in 2006 is dit aandeel meer dan verdubbeld tot 13,3 procent. Hiermee waren tweedehandsartikelen in 2006 de populairste internetaankopen. Maar liefst 52 procent van al deze producten zou niet zijn gekocht indien internet er niet was geweest.
Meer mobiliteit: door b2c en c2c
E-commerce leidt naar verwachting eerder tot meer dan tot minder mobiliteit. Ruim 80 procent van alle b2c e-commerce aankopen werd in 2006 aan huis bezorgd, tegenover slechts 58 procent van alle online-aankopen in de categorie tweedehandsartikelen (c2c e-commerce). Laatstgenoemde producten worden namelijk ook vaak opgehaald bij een particulier (38 procent).
In 63 procent van alle b2c e-commerce aankopen vindt in potentie een verschuiving plaats van personen- naar goederenvervoer. Dit zijn goederen waarvoor de consument voorheen naar de winkel zou zijn gegaan en die nu worden thuisbezorgd. Toch zal het aantal personenvervoersbewegingen lang niet altijd afnemen, doordat consumenten tijdens het winkelen vaak meerdere aankopen doen. Derhalve zal b2c e-commerce vooral leiden tot méér goederenvervoer.
De mobiliteitseffecten van c2c e-commerce zijn relatief gezien nadeliger dan die van b2c e-commerce. C2c e-commerce leidt in potentie elf keer zo vaak - in vergelijking met b2c e-commerce - tot meer personenvervoer zonder dat daar een afname van het goederenvervoer tegenover staat. Daarnaast is bij c2c e-commerce ruim drie keer zo vaak sprake van een toename van het goederenvervoer zónder dat het aantal personenvervoersbewegingen afneemt. C2c e-commerce leidt vaker tot meer mobiliteit dan b2c e-commerce omdat c2c e-commerce aankopen zonder internet veelal niet gekocht zouden zijn en omdat deze producten veelal door consumenten worden opgehaald bij particuliere verkopers.
Servicepunten: sterke groei
Servicepunten waar consumenten hun internetbestellingen kunnen ophalen en retourneren worden in toenemende mate gezien als een aantrekkelijk alternatief voor bezorging aan huis. Het aantal servicepunten (exclusief die van TNT Post) in Nederland is de afgelopen jaren dan ook explosief gestegen: van 24 in 2002 tot 932 halverwege 2006. Aangezien in 2006 twee logistieke dienstverleners (DHL en GLS) zijn begonnen met het opbouwen van een netwerk van servicepunten, neemt dit aantal de komende jaren naar verwachting nog verder toe.
Een afnemend marktaandeel is in de groeiende online-markt niet noodzakelijkerwijs negatief
De servicepuntgebruiker blijkt momenteel een vrouw te zijn met een middelbare opleiding. Verder blijkt: hoe meer uren in een huishouden wordt gewerkt, hoe groter de kans dat internetaankopen bij een servicepunt worden opgehaald. Doordat in deze huishoudens overdag vaak niemand thuis is, zijn juist zij gebaat bij servicepunten. Ook ervaring met online kopen is een belangrijk kenmerk van de servicepuntgebruiker. Hoe vaker en hoe langer een consument via het internet koopt, hoe groter de kans dat hij zijn bestellingen ophaalt bij een servicepunt.
In 2006 werd vooralsnog slechts 1,4 procent van alle internetaankopen opgehaald bij een servicepunt. Dit lage aandeel wordt mede veroorzaakt doordat slechts een beperkt aantal webwinkels (ongeveer veertig) gebruik maakte van servicepunten. Overigens blijkt voor deze webwinkels dat al 5,9 procent van al hun verkopen op een servicepunt wordt bezorgd en afgehaald. Servicepunten worden vandaag de dag vooral gebruikt voor het retourneren van internetbestellingen en niet zozeer voor het afhalen ervan; ongeveer twee derde van het totaal aantal pakketen dat in 2006 via servicepunten liep, betrof retourzendingen. Ondanks dat de mobiliteitseffecten van servicepunten vooralsnog gering zijn, biedt dit concept wel voordelen voor winkeliers; ongeveer 25 procent van alle consumenten die bij zo'n servicepunt een pakket ophalen, doet namelijk ook aankopen in die winkel.
Jesse Weltevreden promoveerde in 2006 aan de Universiteit Utrecht op een onderzoek naar de gevolgen van b2c e-commerce voor de detailhandel in Nederlandse binnensteden. Sinds 2006 is hij werkzaam als onderzoeker bij het Ruimtelijk Planbureau in Den Haag
Vijf exemplaren om weg te geven
Twinkle mag vijf exemplaren van 'Winkelen in het internettijdperk' - waarop dit artikel is gebaseerd - weggeven. Wie vóór 23 mei een e-mail stuurt naar redactie@twinklemagazine.nl met in de onderwerpsregel 'Winkelen in het internettijdperk', maakt kans op een exemplaar van dit rapport. Vergeet in de e-mail niet het postadres te vermelden waarnaar we het boek mogen versturen.
'Winkelen in het internettijdperk' is een uitgave Nai Uitgevers, Rotterdam en Ruimtelijk Planbureau, Den Haag. (ISBN: 978-90-5662-531-3).
Dit artikel verscheen eerder in Twinkle 4- 2007
Er is op dit moment 0 keer gereageerd op:
Verschuivingen in webverkoop
Je kunt niet meer reageren op dit artikel.