Het starten van een webwinkel is populair. Zo is het aantal webwinkels in vijf jaar tijd meer dan verdubbeld. Met de sterke opkomst van de internethandel is een nieuw type bedrijf ontstaan - met bijbehorende kenmerken - dat zijn eigen plek in de ruimtelijke ordening moet krijgen.
Door: gastblogger Jan van der Beek
Gemeenten worstelen nog vaak met het fenomeen ‘internethandel’ en hoe deze ruimtelijk een plek te geven. De Kamer van Koophandel (KvK) wordt regelmatig benaderd door ondernemers en gemeenten over de ruimtelijke inpassing van webwinkels. Reden voor Adviesbureau BRO en KvK om hier een brochure over te schrijven. Een brochure die de onduidelijkheid zoveel mogelijk weg neemt en overheden handvatten biedt om internethandel ruimtelijk in te passen. Ondernemers krijgen duidelijkheid over welke internethandel straks mogelijk is op welke locatie. Dit is natuurlijk afhankelijk van lokale keuzes in het beleid.
Een webwinkel kan worden onderscheiden in een tweetal vormen: webwinkels met een fysieke bezoekmogelijkheid en webwinkels zonder fysieke bezoekmogelijkheid. Voor beide vormen verschillen de mogelijke bestemmingen.
Webwinkels zonder fysieke bezoekmogelijkheid
Hierbij gaat het om internetwinkels waarbij de klant op geen enkele manier fysiek in contact staat met de internetwinkel. De klantcontacten en verzending van goederen geschieden uitsluitend digitaal of per post. Van enige consumentaantrekkende werking is geen sprake. De internetwinkels zonder fysiek klantcontact worden niet aangemerkt als detailhandel. Zij passen - afhankelijk van de omvang van de activiteiten - prima als ondergeschikte functie in een reguliere bestemming als woon-, kantoor-, bedrijfs- of agrarische bestemming.
Webwinkels met fysieke bezoekmogelijkheid
Hierbij gaat het om internetwinkels waarbij de klant de gelegenheid wordt geboden om de internetwinkel te bezoeken. Dit kan zijn om de bestelde goederen alleen af te halen/of te retourneren, de zogenaamde afhaalpunten. Daarnaast zijn er ook internetwinkels met fysieke bezoekmogelijkheden waar ook andere zaken mogelijk zijn zoals het presenteren, kopen, bestellen en omruilen van artikelen (showroom):
Afhaalpunt
Afhaalpunten zijn specifiek en uitsluitend bedoeld om goederen af te halen en/of terug te brengen. Afhaalpunten kunnen als hoofdactiviteit of als ondergeschikte activiteit voorkomen. Bij voorkeur worden deze afhaalpunten op goed bereikbare locaties geconcentreerd, zoals in de periferie, op zogenaamde ‘traffic-locaties’ (bijvoorbeeld bij tankstations, wegrestaurants of bedrijventerreinen) of in winkelgebieden. Afhaalpunten worden niet aangemerkt als detailhandel en passen (meestal) binnen een reguliere bedrijfsbestemming.
Showroom
Internetwinkels met fysieke bezoekmogelijkheden waar naast het afhalen en/of inleveren van via internet bestelde artikelen ook andere zaken (kopen, bestellen, omruilen en presenteren) geregeld kunnen worden, zijn in feite reguliere winkels die ook producten via internet verkopen. Qua ruimtelijke effecten zijn ze immers vergelijkbaar. Dit type internetwinkel is in principe aan te merken als detailhandel.
De shopper van de toekomst blijft op zoek naar sfeer en beleving. De scheiding tussen de webwinkels en fysieke winkels zal steeds meer vervagen. Een mix van online en offline is de toekomst. De uitdaging voor de toekomst is om deze snelle ontwikkelingen ook ruimtelijk in goede banen te leiden. Actueel detailhandelsbeleid met de ruimtelijke vertaling hiervan in bestemmingsplannen zijn hiervoor een must.
Jan van der Beek is adviseur regionale economie bij de Kamer van Koophandel. Deze posting verscheen eerder op het weblog van Shopping2020, het Nederlandse onderzoeksprogramma over de toekomst van (online) winkelen.
Een beetje Googelen en het wordt duidelijk dat het wat nog ingewikkelder is:
Een gemeente kijkt niet zozeer naar het aspect bezoek-'mogelijkheid', maar veel meer naar de 'transactie'. En naar de vraag of de bezoekers en leveranciers 'overlast' geven.
Voorbeelden: Of je nu webwinkelier bent of een stenen winkelier, je kunt zeker wel een fietsenbedrijf beginnen op een bedrijventerrein. Zolang je daar repareert en geen hele hordes bezoekers ontvangt, is er niets aan de hand. Je mag dus ook in het kader van die reparatie een lamp verkopen. Maar ter plaatse een losse lamp afrekenen (transactie), of een nieuwe fiets, is iets anders: dat wordt detailhandel en is voorbestemd aan locaties die daarvoor aangewezen zijn. De slimme weg is: een webshop erbij nemen en die fiets online laten betalen. Dat klink krom, maar dat komt omdat de bestemminsgplannetjes enzo zelf krom zijn (rigide, en uit 1880).
Een (online) fietsenwinkel in een woonhuis mag wel. Je mag zeker beperkt bezoek ontvangen. Wat niet mag, is afrekenen (transactie) en wat ook niet mag is overlast veroorzaken door bezoekers en leveranciers - en vooral dat laatste is de facto een no go om in een woonwijk een ruim opgezette internethandel (voor zoiets als fietsen) te beginnen.