Twinkle | Digital Commerce

Kamervragen over bestemmingsregels webwinkels

2017-05-27
14401333
  • [nieuws]
  • 1:19

Webwinkels worden in veel bestemmingsplannen op één hoop gegooid met fysieke detailhandelaren. Dat leidt tot onzekerheid en economische schade voor Nederlandse ondernemers, vindt Kees Verhoeven. De parlementariër van D66 heeft daarom Kamervragen gesteld.
 
Verhoeven diende de vragen vandaag in. Ze zijn gericht tot minister Verhagen van Economische Zaken en minister Spies van Binnenlandse Zaken. Verhoeven vraagt de demissionaire bewindspersonen allereerst of ze kennis hebben genomen van uitspraken van de Raad van State (Fietsenshop.nu) en de rechtbank in Den Bosch (‘Webwinkel runnen op industrieterrein mag niet’).

Onderscheidend karakter
Bestemmingsplannen die een verouderde definitie van detailhandel hanteren, stellen gemeenten in staat ‘om webwinkels uit woonwijken, bedrijventerreinen en buitengebieden te weren’, aldus Verhoeven op basis van deze jurisprudentie. Hij vindt dat voortaan rekening moet worden gehouden met het onderscheidende karakter van webwinkels.

Aangetekend moet worden dat Fietsenshop.nu zijn activiteiten moest staken omdat de onderneming juist te veel op een gewone winkel ging lijken, met openingstijden en verkoop op locatie. De webwinkelier uit het vonnis van de rechter in Den Bosch draait gewoon door op het bedrijventerrein in Schijndel.

Bestemmingsplannen
Verhoeven vindt echter dat de definitie van het begrip detailhandel uit de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen aanpassing verdient. De regels zouden 'meer moeten worden toegerust op de realiteit van het internettijdperk', anders loopt Nederland volgens hem onnodig economische groeikansen mis. Zijn slotvraag (9) aan Verhagen en Spies: ‘Bent u van mening dat er in het bestuursrecht en in de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen een duidelijk onderscheid moet komen tussen klassieke detailhandel en online detailhandel of een combinatie daarvan? Zo ja, welke stappen gaat u hiertoe ondernemen?’