Twinkle | Digital Commerce

modesector-is-een-monty-python-sketch

2017-05-26
180100
  • 3:54

In de legendarische Monty Phyton film The Meaning of Life dineert de ongelofelijk overdreven vette Mr. Creosote in een chique Frans restaurant. De verhoudingen in de sketch laten zich vergelijken met die tussen kopers en inkopers in de modebranche.

In de bewuste scène start John Cleese als hoofdkelner het gesprek:

Hoofdkelner   Ah, good afternoon, sir; and how are we today?

Mr. Creosote  Better.

Hoofdkelner   Better?

Mr. Creosote  Better get a bucket, I'm gonna throw up

Mensen die deze scene ooit gezien hebben kunnen waarschijnlijk het afgrijselijke schouwspel dat volgt niet meer uit hun geheugen wissen. Terwijl John Cleese op zijn kenmerkende briljante wijze de Franse ober speelt die de prachtige gerechten van de menukaart aanbeveelt, kotst Mr. Creosote het overschot aan voeding dat hij al in zijn lijf heeft opgeslagen met grote kracht naast de emmer, op de schoonmaakster, op de broekspijp van de hoofdkelner.

Mr. Creosote besluit alle gerechten op de menukaart te bestellen, en drinkt er graag zes flessen Château Latour 1945, een dubbele jeroboam Champagne en een half dozijn kratten Brown Ale bij. Al met al aanmerkelijk minder dan zijn normale drankbestelling. Terwijl de veelvraat vreet, braakt hij voortdurend alles en iedereen onder, waardoor de andere restaurantgangers niet alleen hun eetlust maar ook hun controle op opborrelende maagzuren verliezen.

Als de aalgladde gastheer de inmiddels volledig opgeblazen dikkerd nog overtuigd een flinterdunne after dinner mint te eten, explodeert de vreetzak. Een Tsunami van half verteerd voedsel en ingewanden golft over het restaurant. Na zijn explosie leeft Mr. Creosote nog steeds. Zijn borst is opengescheurd, je ziet zijn indrukwekkende ribbenkast en een kloppend hard. Terwijl Mr. Creosote verward rondkijkt, loopt John Cleese kalm naar hem toe: 'The check, monsieur.'

De retailer braakt zijn overtollige voorraden uit
Hoeveel anders is de modesector? Terwijl de moderetailer al zijn overtollige voorraden tegen miniprijsjes onder het mom van uitverkoop uitbraakt, laat hij zich door prachtige modeshows, geweldige trendboeken en wervelende inkoopbeurzen verleiden om ruim in te kopen. Omdat de bestelling maanden voor de uitlevering van de goederen plaatsvindt, weet de winkelier niet of hij ‘alles wel kan verteren’. Wanneer blijkt dat er toch wat veel overblijft, maakt hij de collega winkeliers misselijk met zijn ‘mid-season sales’. Als tenslotte de bom barst, zal de kledingleverancier toch nog steeds de factuur betaald willen zien.

Vind ik dat de gemiddelde modewinkelier een domme, onbehoorlijke en vieze vette veelvraat is? Nee, dat vind ik niet. Het zijn hardwerkende, ondernemende mensen die tijdens elke inkoopperiode weer het lef hebben om hun nek op het hakblok te leggen. Maar de normale inkoopcyclus dwingt de retailer wel flinke inkooprisico’s te nemen zonder dat hij of zij weet of zijn of haar afzetmarkt de collecties wel weet te verteren. Daardoor loopt de winkelier het risico dat de maag kleiner is dan het oog.

De groothandel propt de retailer vol
Is de verkoper van het modemerk dan de vileine hoofdkelner die de retailer bewust opzadelt met een ongezond overschot aan voorraden? Nou, in tegenstelling tot hoofdkelner John Cleese, weet ook de vertegenwoordiger van het modemerk niet of het goed danwel slecht afloopt. Ik ga er vanuit dat retailers niet ‘bewust overvoerd worden’.

Oké, het is dus niet de intentie van alle partijen, maar we zitten dus toch in een ongezonde situatie. Hoe lossen we dat dan op? Hoe maken we van de modesector een prettig en verfijnd restaurant waar niemand zich overeet?

Beter voorspellen en tussentijds kunnen bijbestellen
De meeste restaurantgangers voorspellen hetgeen zij kunnen verteren beter dan Mr. Creosote. Desnoods passen zij de bestelling van een eventueel toetje daar op aan. Daar ligt ook de oplossing voor de modesector. De retail zou vooraf meer informatie kunnen verzamelen over wat de eindconsument kan verteren en eventueel de productieketen beter af te stemmen op de werkelijke afzet!

Voorbeelden? In een eerdere blog schreef ik al over het Amerikaanse Modcloth dat ontwerpen online zet en op basis van het stemgedrag van haar klanten besluit welke jurkjes ze gaat produceren. Onze klant Miranda Leutscher van het nieuwe kinderkleding label Hotitm stelt nu haar collectie voor 2012 ook op deze manier samen. Beter voor de inkoop voor haar eigen webshop en beter voor haar wederverkopers!

Een andere deeloplossing is dropshipment in de modesector. Webwinkeliers kopen de jurkjes of kinderpyjama’s pas in op het moment dat ze het online verkocht hebben. Ook gewone winkeliers die met dergelijke dropshipment leveranciers werken kunnen er van profiteren. Je houdt een kleine voorraad aan en als een maat uitverkocht is heb je morgen weer een nieuw exemplaar. De productieketen van dit soort dropshipment modegroothandels is flexibel ingericht, zodat zij met relatief lage voorraden kunnen werken en eventueel snel kunnen bijbestellen bij de producent.

Er zijn vast nog heel veel andere manieren te verzinnen om de afzet beter te voorspellen en het risico van teveel bestellen te voorkomen. Ik hoop dat de onsmakelijke vergelijking met het Franse restaurant van Monty Python iets losmaakt, en helpt creatieve ideeën voor de modesector op gang te brengen.

Ik wens iedereen een gezond en licht verteerbaar modeseizoen toe!