Over ruim 2 maanden is het zo ver. Voor elektronische diensten aan particulieren binnen de Europese Unie gaan nieuwe regels gelden. Tot nu toe moest elke ondernemer het btw-tarief hanteren van het land waar de onderneming gevestigd was. Vanaf 1 januari 2015 is dat precies andersom.
Tekst: Charlotte Meindersma
De nieuwe regels gelden enkel voor elektronische diensten, geleverd aan een burger in de EU die geen ondernemer is. Onder ‘elektronische diensten’ valt meer dan je bij het horen van de woorden misschien zou vermoeden. Ook digitale producten vallen namelijk onder deze noemer. Een overzicht:
- gedigitaliseerde producten, zoals muziek, films, games en e-books
- andere digitale producten, zoals beelden, teksten en databanken
- online trainingen en workshops (onderwijs op afstand)
- online abonnementen op digitale kranten en tijdschriften
- software die digitaal geleverd wordt (dus niet op een gegevensdrager, zoals een dvd of usb-stick)
- ontwerpen en onderhouden van websites
- hosting
- online telecommunicatiediensten en omroepdiensten (bijvoorbeeld Netflix en RTL XL)
Om te weten welk btw-tarief er gerekend moet worden, zult u moeten weten waar de afnemer woont. Dit kan uiteraard simpelweg door om persoonsgegevens te vragen, zoals dat ook nodig zou zijn bij het leveren van fysieke producten. Als daar ook het land aan wordt toegevoegd, moet van dat land het btw-tarief gehanteerd worden. Bankgegevens en andere gegevens waaruit afgeleid kan worden in welk land de afnemer woont, mogen ook gebruikt worden om te bepalen welk btw-tarief gehanteerd moet worden. Maar dat is meestal te laat.
De ingevorderde btw moet dus ook afgedragen worden in het land waar de afnemer woont.
Om in Duitsland btw af te kunnen dragen, heb je in beginsel ook een Duits btw-nummer nodig. Dat zou dus voor alle landen gelden waarin u aan consumenten elektronische diensten levert. Daarom heeft de EU het mogelijk gemaakt om met een enkele aangifte voor alle landen (pdf) de btw af te dragen. De ‘Mini One-Stop Shop’, wordt dat genoemd, kortweg MOSS.
De verschillende btw-bedragen hebben mogelijk consequenties voor de prijzen van de verschillende producten. Het btw-tarief is in Luxemburg bijvoorbeeld maar 15 procent, terwijl het in Denemarken, Kroatiëen Zweden wel 25 procent is. Dat is nogal een groot verschil. Misschien wel zo groot dat u er voor kiest om aan inwoners van bepaalde landen niet te leveren, zodat de prijs steeds hetzelfde kan blijven zonder al te veel inkomsten mis te lopen of door de prijzen per land te laten verschillen.
Uiteindelijk zullen consumenten moeten weten welk bedrag ze af moeten rekenen, inclusief btw en andere kosten. Ze mogen niet voor verrassingen komen te staan. U zult hiervoor een technische oplossing moeten verzinnen of op een andere wijze uw klanten zeer goed en duidelijk moeten informeren.
Levert u behalve digitale ook fysieke producten, dan heeft u te maken met meerdere btw-tarieven. Voor de digitale producten en diensten geldt als gezegd het btw-tarief van het land van de afnemer, terwijl voor de fysieke producten het btw-tarief van het land van de verkoper geldt. Dit zult u niet alleen voor de consument duidelijk moeten maken, maar ook in uw eigen boekhouding goed uit elkaar moeten houden voor de btw-aangifte.
Charlotte Meindersma is jurist voor de creatieve sector en ondernemers. Ze is eigenaar van Charlotte’s Law & Fine Prints.
Lijkt me vooral een hoop extra rompslomp en wijzigingen in webshops voor digitale diensten, met dus een hoop extra kosten voor ondernemers. Wat is precies het voordeel hiervan? Voorkomen dat bedrijven zich in Luxemburg vestigen?
Ah, fijn, weer een onzinregeltje om ons ondernemers op de kosten te jagen qua aanpassingen in software en administratieve rompslomp.
Ohja, en niet te vergeten het verkoopproces lastiger te maken doordat we nu verplicht moeten vragen waar de koper vandaan komt. Een extra veldje waar ik, en mijn klanten, niet op zitten te wachten. Nu vraag ik heel bewust het minimale, slechts drie velden. Bah..
En wat als je als ondernemer niet BTW-pichtig bent, zoals ik als autoentrepreneur in Frankrijk?
Inderdaad, zoals Ejla en Kasper zeggen, een hoop romplsomp om niks.
Ik bedenk me nu dat "Opgaaf Intracommunautaire Levering" al bestond voor BTW op lokaal tarief. Is ook rompslomp, maar treedt pas in werking vanaf 50k in België en 100k voor leveringen in Duitsland. Geldt voor alle soorten goederen. Dat leek me al genoeg. Hoop extra werk voor de kleine internationale ondernemer deze nieuwe regeling.
Ik snap niet zo goed dat de Nederlandse ondernemers die eerder reageerden hier moeite mee hebben. Deze nieuwe methode creëert een gelijk speelveld in de EU, waardoor ondernemers in bijv. Luxemburg geen BTW voordeel meer hebben t.o.v. ondernemers in bijv. Nederland. Wel zo eerlijk! Van mij mogen ze dit ook voor fysieke producten gaan invoeren, zodat ik geen concurrentienadeel meer ondervind van shops in Duitsland, Luxemburg etc.
De aangifte zal vast wat ingewikkelder worden, maar dat zal grotendeels te automatiseren zijn neem ik aan.
@Marc
Prijs Luxemburg 115 en in Denemarken etc. 125. (uitgaande van een 100 ex prijs). Hoe wil je dit oplossen?
Dan wel 1 btw tarief in EU en ook geen gedoe meer met diverse btw nummers voor elk land. Niet dat ik dit als een vooruitgang zie. (denk aan de 642 miljoen die we dankzij het cbs extra mogen afdragen.)
In de UK zijn ze ook niet blij: http://www.theguardian.com/small-business-network/2014/nov/25/new-eu-vat-regulations-threaten-micro-businesses
Ik ben best voor Europa maar we moeten onze hele BTW applicatie in de shop ombouwen. Ik kom het ook toevallig tegen, wat is je hier niet tegenaan loopt? Gaat de belastingdienst nog een campagne voeren ofzo?
We moeten in onze applicatie nu dus 27 verschillende BTW tarieven in gaan bouwen afhankelijk van land afnemer? Fijn kerstkado van de EU.
Het is allemaal redelijk ingewikkeld. Engeland is inderdaad niet blij en laat zijn stem flink horen. In Nederland blijft het stil. Ik tweet en bel me suf om dit onder de aandacht te krijgen, maar het blijft stil.
Het is niet 'even te regelen. Je moet 2 niet tegensprekende bewijsstukken hebben. Dit kunnen IP-, bank, user-provided gegevens zijn. Een extra veldje is vaak niet genoeg. Twee user-provided bevestigingen van adres gelden nog steeds maar als 1 bewijsstuk. Zijn er 2 tegenstrijdig? Zoals bijvoorbeeld user-provided en ip? Dan wordt het nog lastiger. Zelf zou je kunnen checken waar de bank gevestigd is als 2e optie. Het is een hoop rompslomp. Maar stel het lukt en je hebt 2 tegenstrijdige gegevens, maar hebt nu eindelijk de beschikking over een 3e stuk na 30 minuten werk. Mooi denk je, dat gaat in mijn (digitale) archief. Dit mag je dan 10 jaar bewaren. Hier mag je dan ook weer een secure data protection unit voor aanvragen want je an natuurlijk niet zomaar met de privacy rommelen van mensen. Nu moet je dus de privacywetten ter bescherming van gegevens gaan naslaan, want hoe bewaar je deze info veilig op een server alsook goedgekeurd door Europese wet- en regelgeving.
Doe voor de grap een google/twitter/watdanook search naar VATMOSS of VATMESS. Ook 'euvataction' is een goede om in de gaten te houden. Er zijn talloze bedrijven die hun deuren moeten sluiten om dit. Het is nog allemaal niet zo makkelijk, zelfs de belastingdienst heeft de antwoorden nog niet allemaal. De werkdagen tot deze regels intreden zijn beperkt.