Het bezoek aan hoofdwinkelstraten in grote steden loopt terug. Bureau RMC telde daar voor het eerst minder passanten. ‘Maar ze blijven langer en ze besteden meer.’
Dat zegt directeur Huib Lubbers tegen Twinkle. Zijn onderzoeksbureau haalde vanochtend breed de media met recente passantentellingen. ‘Consument laat ook de winkelstraat in de grootste steden vaker links liggen’, kopt de NOS bijvoorbeeld.
Vier straten
De berichtgeving is gebaseerd op ‘druktesensoren’ van Bureau RMC in de hoofdwinkelstraten van Amsterdam (Kalverstraat), Rotterdam (Lijnbaan), Den Haag (Spuistraat) en Utrecht (Steenweg). In drie van deze vier straten lag het aantal bezoekers dit jaar lager dan vorig jaar.
Amsterdam en Utrecht noteerden dalingen van respectievelijk 10,6 procent en 10,4 procent voor de Kalverstraat en de Steenweg, op de Rotterdamse Lijnbaan werden 7,6 procent minder bezoekers geteld. Alleen de Haagse Spuistraat noteerde een bescheiden plus, van 0,2 procent.
Lubbers: ‘Uit onze metingen blijkt dat bezoekers gemiddeld wel meer tijd spenderen in deze straten, en van ondernemers begrijp ik dat ze door de bank genomen ook meer besteden. Shoppers die de winkelstraat bezoeken zijn meer geneigd tot kopen, de bonbedragen liggen ook hoger bij de meeste winkeliers. Wat we overigens niet weten is welk type bezoeker de straten trekken, of het bijvoorbeeld om lokale bewoners, dagjesmensen of toeristen gaat.’
We weten niet wie er minder loopt in die straten.
Verplaatsing
De bezoekerscijfers over de hoofdwinkelstraten zeggen maar weinig over die van de omliggende straten. Lubbers: ‘Wellicht verplaatst de drukte in de grote steden zich enigszins van winkelstraat naar horecaplein, of van drukke winkelstraat naar rustigere winkelstraat. Dat zal verder onderzocht moeten worden.’
De data van Bureau RMC duiden wel op een verplaatsing van shoppers tussen steden. Uit de tellingen naar de hoofdwinkelstraten in honderd Nederlandse plaatsen met meer dan 25.000 inwoners, blijkt dat het bezoek tot en met afgelopen augustus met 3,4 procent is afgenomen ten opzichte van vorig jaar. De afkalving is nog niet half zo sterk als die in de grootste winkelstraten van de grootste steden (gemiddeld 7,1 procent). Volgens Lubbers heeft dat deels te maken met initiatieven van met name de gemeente Amsterdam om mensen ‘de stad uit te navigeren’ naar bijvoorbeeld Haarlem, Zaanstad of Alkmaar. Hij noemt die geregisseerde exodus overigens ‘ongelooflijk in het tijdperk van online winkelen, waarin winkeliers in iedere stad moeten knokken voor hun potentieel aan kopers’.
Middelgrote steden
De directeur tekent aan dat het groeitempo van online winkelen afzwakt, zeker in non-food. Middelgrote binnensteden, waarin de leegstand de afgelopen jaren opliep, lijken het tij voorzichtig te keren, mede dankzij het verlagen of geheel schrappen van parkeerkosten. ‘Binnensteden moeten harder knokken om het de bezoekers naar de zin te maken’, aldus Lubbers. ‘Het winkelend gedrag van consumenten lijkt ook steeds lastiger te voorspellen. Er wordt breed geswitcht tussen online en offline en tussen grote en kleine stad.’
Lees ook: Winkelpand minder waard op drukke plekken (5 augustus 2019)
Er is op dit moment 0 keer gereageerd op:
‘Binnensteden moeten harder knokken’
Je kunt niet meer reageren op dit artikel.