Twinkle | Digital Commerce

Digitale deuren intrappen bij oplichters

2020-10-30
1000562
  • [onderzoek]
  • 5:29

‘Elke consument die gedupeerd wordt is er één te veel’, zei Wijnand Jongen, directeur van Thuiswinkel.org eind augustus. Hij pleit voor een digitale ME om frauduleuze webshops aan te pakken. Maar hoe haalbaar is dat?

Belangenvereniging voor webwinkels Thuiswinkel.org roept op tot snellere actie. ‘We werken nauw samen met het Landelijk Meldpunt Internet Oplichting van de politie, en we zien dat zij hard werken in de strijd tegen malafide webwinkels. Maar het kan en moet sneller,’ roept directeur Wijnand Jongen op. Tijdens de coronamaanden zag de vereniging een forse toename van frauduleuze webshops. Jongen: ‘Sommige mensen, zeker de nieuwe online shoppers, weten niet waar je op moet letten als je online winkelt.’ In het NOS Journaal van 22 augustus licht Jongen toe: ‘Als er op straat iets gebeurt, dan stuur je de Mobiele Eenheid erop af en die grijpt in. Online ontbreekt het eraan. Ik pleit dus voor een digitale ME, die snel kan reageren om foute webwinkels uit de lucht te halen.’

Het spreekt tot de verbeelding, een digitale ME. Als primaire taak heeft de reguliere Mobiele Eenheid verstoringen van de openbare orde te voorkomen of te bestrijden. Bij ‘speciale gelegenheden’ als voetbalwedstrijden of demonstraties is de ME vaak aanwezig, wat direct een imposante indruk achterlaat. De digitale ME waar Jongen het over heeft, wekt dan ook de indruk dat dit team bij grote oplichtingsincidenten wordt ingezet om bij fraudeurs de (al dan niet digitale) deuren in te trappen. Een beetje zoals criminelen opgespoord en gepakt worden in tv-series. Zo simpel is het echter niet.

Moeilijk te grijpen

Dat geeft ook juridisch adviseur Raoul van de Laak van ICTRecht aan: ‘De politie zelf mag niet zomaar iets doen, meestal reageren zij alleen op de aangifte. Een internetoplichter is moeilijk te grijpen; deze zit vaak in het buitenland of heeft alles sneaky ingericht op zijn website zodat lastig te achterhalen is wie hij is. De politie weet dit ook, en het is niet efficiënt om daar alle mankracht op in te zetten. Het is een tijdrovende procedure, terwijl het vaak om kleine bedragen gaat. Als er één iemand is opgelicht door een internetfraudeur voor een paar honderd euro, heeft dat geen prioriteit.’ Daar is Gerard Spierenburg, woordvoerder van de Consumentenbond, het mee eens. ‘De politie heeft te weinig middelen om dit soort oplichting adequaat aan te pakken.’ Daar ligt een rol in voor de overheid, legt Spierenburg uit: ‘Met geld is alles op te lossen. De politie moet continu keuzes maken en geeft internetoplichting geen prioriteit. Als er meer geld naar de politie zou gaan, kunnen ze dat ook investeren in zaken als internetoplichting.’

De benaming ‘digitale ME’ zorgt wel voor verwarring, vindt Spierenburg: ‘Deze term vind ik lastig. De Mobiele Eenheid wordt ingezet bij een grote ordeverstoring, iets bijzonders. Dat is geen dagelijkse kost. Met die term impliceer je dat het een incident is, terwijl oplichting iets is van alle tijden.’ Spierenburg benadrukt dat hij het niet oneens is met Jongen: ‘Ik begrijp dat Jongen oproept om frauduleuze webshops aan te pakken en ik denk ook dat dat terecht is. Er is bij de politie al een speciale taskforce voor internetoplichting, maar er is te weinig capaciteit. Het is goed om daar eens kritisch naar te kijken.’

Privacywet

Tanya Wijngaarde van de Fraudehelpdesk begrijpt ook de bezorgdheid van Thuiswinkel, maar zet wel enkele kanttekeningen bij de oproep. ‘Ik weet niet precies wat hij bedoelt met een digitale ME. Ik heb ook nog niet helemaal helder hoe dat er dan uit zou moeten zien. Jongen spreekt over een database, maar dat is in strijd met de privacywet, dus het is nog maar de vraag in hoeverre dat haalbaar is.’ Van de Laak voegt daaraan toe: ‘Praktisch gezien kun je werken met een stukje software dat informatie van websites scrapt, zoals Iban-nummers en IP-adressen, en dat vervolgens die gegevens vergelijkt met data in een frauderegister met bijvoorbeeld informatie over bekende oplichters. Juridisch gezien is het een stuk ingewikkelder. Om zo’n soort zwarte lijst vast te leggen zul je eerst toestemming moeten krijgen van de Autoriteit Persoonsgegevens. Die toetst vervolgens of deze lijst voldoet aan de privacywetgeving. Daarnaast moet je kijken hoe je dit vormgeeft, welke informatie zet je in zo’n database en wie mag er gebruikmaken van het register? Juridisch gezien moet dat heel nauwkeurig worden uitgewerkt.’

Naast de juridische zorgen is ook de snelheid van internetoplichters een heikel punt, zo licht Wijngaarde toe: ‘Dingen veranderen heel snel. Een inbreker kan maar in één huis tegelijk z’n gang gaan, maar een online oplichter kan tien minuten nadat zijn website uit de lucht is gehaald, weer een nieuwe webshop online hebben. Ik weet dus niet of het echt veel zoden aan de dijk zet als er een digitale ME komt.’

Verdubbeling meldingen

Wijngaarde zag bij de Fraudehelpdesk het afgelopen jaar een toename van het aantal meldingen. ‘Wij krijgen meldingen over zowel webwinkels als handelsplatformen als Wish en Marktplaats. Vorig jaar kregen we 2.400 meldingen, dit jaar hadden we in augustus al 2.900 meldingen. Wanneer je dat doortrekt naar het einde van het jaar is dat een verdubbeling. Vorig jaar waren er meer meldingen over die handelsplaatsen, dit jaar zien we een verschuiving naar webwinkels. Qua categorie is het enorm uiteenlopend, dat varieert van een piek in meldingen over webshops in sportartikelen tot webshops in mondkapjes.’

Onrechtmatig handelen

Ook bij internetdienstverleners als hostingproviders ligt een mogelijkheid. ‘Zij hebben de mogelijkheid om een webshop op zwart te zetten’, weet Van de Laak van ICTRecht. Hij voegt wel toe dat dit juridisch lastig kan zijn. ‘Er moet echt duidelijk sprake zijn van onrechtmatig handelen. Daarin is de lijn dun, en een hostingprovider bevindt zich al snel op glad ijs. Hij heeft een verplichting aan de klant om een website in de lucht te houden. Doet hij dat niet, dan is hij mogelijk aansprakelijk voor de schade.’ Daarnaast heeft sinds kort de Autoriteit Consument & Markt (ACM) een belangrijk aandeel in de aanpak van oplichters, legt Van de Laak uit: ‘Sinds februari van dit jaar hebben zij verregaande bevoegdheden gekregen. Eerst had de ACM alleen de mogelijkheid om de webshopeigenaar te berispen, maar nu kunnen ze ook bijvoorbeeld hostingproviders verplichten om websites of domeinnamen uit de lucht te halen.’

Voorlichting

Volgens Wijngaarde van de Fraudehelpdesk ligt de oplossing in voorlichting. ‘Mensen bewust maken van de gevaren. Die voorlichting zou vanuit ons en in samenwerking met de overheid gedaan kunnen worden.’ Van de Laak is het daarmee eens. ‘De bewustwording onder consumenten moet worden vergroot. Als iets te mooi lijkt om waar te zijn, is het dat vaak ook. Check reviews en domeinnamen, en als er twijfel is, betaal dan met creditcard of PayPal. Zij verzekeren de aankoop, zodat je je geld terugkrijgt als je wordt opgelicht.’ Spierenburg sluit zich daarbij aan: ‘Voorkomen is beter dan genezen. Maar, voegt hij toe: ‘oplichters worden ook steeds slimmer en inventiever.’ Daarom pleit hij voor strafvervolging van internetoplichters. ‘Je moet niet alleen websites offline halen maar ook de vervolgstappen nemen. De politie gaat pas iets doen als er tientallen of honderden mensen opgelicht worden, en dan doet niet eens iedereen aangifte. De pakkans is erg klein voor online fraudeurs. Wanneer je website offline gehaald wordt, heb je zo weer een nieuwe online.’