Doelgericht online adverteren neemt toe

Yahoo heeft op basis van de opgevraagde weersverwachtingen en de lijst van restaurants of eetgelegenheden in de buurt een aardig idee waar je als gebruiker precies woont. Daarnaast heeft de zoekmachine op basis van de ingevulde zoekopdrachten ook een redelijk goed beeld van dingen die je als gebruiker graag doet of van plan bent te gaan doen. En dat zijn allemaal gegevens waar marketeers en advertentieverkopers maar wat graag wat mee zouden willen doen. Veel adverteerders willen graag weten wie op zoek is naar een bepaald product om zodoende heel gericht te kunnen adverteren in de richting van zo'n internetgebruiker. Omdat steeds meer mensen actief zijn op internet met allerlei persoonlijke pagina's en diensten zoals Hyves, MySpace en Facebook is ook steeds meer bekend van de individuele gebruikers van deze diensten.

'Als je vandaag de dag online bent, dan wordt er binnen milliseconden een labeltje of een kaartje aan je gehangen met betrekking tot de groep consumenten waartoe je behoort', zegt Jeff Chester van het Electronic Privacy Information Centre. 'Plotseling ben je overgeleverd aan een groep onzichtbare verkopers die proberen zo veel mogelijk van je te weten te komen om zo doelgericht hun product aan je te kunnen slijten.'

Vanuit het oogpunt van de adverteerder is het feit dat er steeds meer persoonlijke gegevens van de internetter bekend zijn uitermate handig. Men kan nu eenmaal beter toegesneden op de smaak en wens van mensen een bepaalde advertentie of dienst voorbij laten komen. Maar vanuit het gezichtspunt van de internetter zelf kan een dergelijke vorm van adverteren al heel gauw als opdringerig en als een te agressieve benadering worden gezien. En dat is dan ook het gevaar dat op de loer ligt bij het zogenaamde gedragsgerichte persoonlijke adverteren op websites.

De markt voor persoonlijke gedragsgerichte advertenties groeit ieder jaar. Volgens het marketingbureau Morpheus Media zou er in 2008 naar verwachting al zo'n 1 miljard dollar in omgaan, en dat zo in 2011 kunnen oplopen tot zo'n 3,8 miljard dollar.

Bron: De Telegraaf