Hema-franchisers winnen geschil over e-commerce uitgaven

De rechtbank in Amsterdam heeft de 95 franchisers van Hema gelijk gegeven in een zaak om de verdeling van online kosten. Hema overweegt in beroep te gaan.

De zaak ging over de vraag wie welk deel van de kosten voor e-commerce moet betalen. Daarover waren afspraken gemaakt, maar die werden door de partijen verschillende geinterpreteerd. Volgens de rechter mag het hoofdkantoor van de keten niet afwijken van de eerder vasgestelde afspraken.

In de afspraken stond onder meer dat franchisenemers uitsluitend zouden meebetalen aan investeringen in e-commerce activiteiten in Nederland en niet in het buitenland. Ook hoeven ze alleen bij te dragen aan de operationele kosten van de afdeling E-commerce Distributiecentrum en nadrukkelijk niet aan de kosten van het hoofkantoor.

Daarnaast werd er in de overeenkomst vermeld dat beide partijen bestaande afspraken rond e-commerce gezamelijk zouden evalueren. Volgens het hoofkantoor van de retailer moest de uitkomst van die evaluatie eerst worden afgewacht, alvorens er over het verleden kon worden afgerekend. Die mening deelt de rechtbank niet.

Hema stelde eerder dat de 95 franchisers, goed voor 250 van de 500 Hema-winkels, weigerde mee te werken aan een evaluatie op het gebied van e-commerce.

Reden afblazen overname

Eerder werd al bekend dat een derde overnamepoging van Hema op niets is uitgelopen. Reden daarvoor waren de botsende visies over verdeling van online opbrengsten tussen Hema en zijn franchisers. Daardoor trok investeringsmaatschappij Core Equity zich terug van een eventuele aankoop. De onvrede tussen beide partijen startte toen investeerder Lion Capital in 2008 Hema zelf onder zijn hoede nam. Na een akkoord waarbij Hema franchisenemers een vergoeding beloofde, besloot het bedrijf de gemaakte online kosten daarmee te verrekenen.

Lees ook: 'E-commerce strijd tackelt overname Hema' (Twinkle 06-06-2018)