Twinkle | Digital Commerce

Black Friday en Cyber Monday: houd je website in de lucht

2017-12-11
1000562
  • [tips]
  • 4:10

Het IT-team van webwinkels krijgt het al warm bij het idee: Cyber Monday en Black Friday komen eraan. Waar de meeste mensen hierbij moeten denken aan flinke kortingen en bergen nieuwe spullen, staat de IT-afdeling van webwinkels op scherp. Elk jaar is het voor hen weer een uitdaging om deze steeds populairder wordende dagen met gigantische hoeveelheden verkeer zonder storingen door te komen.

Deze speciale winkeldagen, oorspronkelijk afkomstig uit de VS, winnen snel aan populariteit in Nederland. Naast Cyber Monday en Black Friday is ook Singles Day, die dit jaar op 11 november viel, geliefd. Deze ‘feestdagen’ bieden natuurlijk een hoop kansen voor online retailers.

De populariteit zorgt voor gigantische hoeveelheden traffic op websites. Op deze piekmomenten zijn websites veel drukker bezocht dan normaal en dit brengt uitdagingen voor de IT-afdeling met zich mee. Het is natuurlijk een nachtmerrie voor elke online retailer als de website er op een van de drukste periodes van het jaar uit ligt. Daarom is het noodzakelijk om ervoor te zorgen dat je website er helemaal klaar voor is om deze pieken door te komen. De vraag is: waar moet je allemaal op letten?

Een veelheid aan touch-points

Webshops staan niet op zichzelf, maar zijn veelal verdeeld over verschillende datacenters en clouds. Daarnaast zijn er vaak diverse third party diensten, scripts en tags (zoals bijvoorbeeld applicatie monitoring) bij websites betrokken. Ze zijn daardoor afhankelijk van een veelheid aan verschillende systemen, platformen, services en applicaties. Als één van deze touch-points niet werkt, kan dat zorgen voor een kettingreactie. Hierdoor zorgt de zwakste schakel er dan voor dat de volledige website er uit ligt. Het is daarom belangrijk om te checken of élke schakel de topdrukte aan kan. Drie zaken die belangrijk zijn om in de gaten te houden:

  1. De infrastructuur

Veel online retailers vertrouwen nog op een on-premises datacenter. Zo’n datacenter is lokaal geïnstalleerd en draait op de computers van de organisatie zelf. Het nadeel hiervan is dat er een vaste hoeveelheid infrastructuur beschikbaar is. Wanneer de vraag naar dataverwerking de capaciteit van het datacenter overstijgt, volgen er prestatieproblemen en in het ergste geval een crash.  

Het is dus van cruciaal belang om genoeg capaciteit te hebben. Het is bijvoorbeeld mogelijk om een plan b achter de hand te houden om tijdelijk op te schalen of uit te wijken naar een ander datacenter of cloud tijdens piekmomenten. Het maken van zo’n connectie tussen meerdere datacenters en clouds is echter vrij complex: het kan maanden voorbereiding en configuratie kosten om een hybride omgeving te maken. Een overstap naar de publieke cloud van bijvoorbeeld Amazon, Microsoft of Google biedt uitkomst. Zo krijg je de beschikking over meer elasticiteit om de pieken aan te kunnen. De overgang van een on-premises datacenter naar de cloud brengt operationele en technische veranderingen met zich mee, maar het zorgt wel voor betere prestaties tijdens drukke periodes.   

  1. Slimme load balancers

Load balancers, de naam zegt het al, verdelen het werk tussen verschillende computers of processen. Zo sturen ze versleuteld verkeer (waardoor alle gegevens die tussen de webserver en browser worden verstuurd geheim blijven voor buitenstaanders en niet gestolen kunnen worden) en routing verkeer naar de onderdelen van het datacenter waar de meeste capaciteit is. Toch kunnen deze traditionele load balancers voor problemen zorgen en dan zijn er ‘slimme’ software-gedefinieerde load balancers nodig. Wanneer er meer traffic binnenkomt dan dat een traditionele load balancer aankan, kunnen er alsnog storingen volgen. Daarnaast moeten bedrijven genoeg load balancers aanschaffen om de piekperiodes aan te kunnen, maar in de rustige maanden zijn deze dan nutteloos. Ook in cloud-omgevingen zijn er virtuele versies van load balancers nodig. Wanneer er meer traffic komt in de cloud, dan moeten er om aan de vraag te voldoen handmatig ook meer virtuele load balancers geconfigureerd worden.

Slimme software-gedefinieerde load balancers bieden bijna real-time automatisering en elasticiteit in het datacenter en in de cloudomgevingen. Zo’n load balancer levert ook analytics om IT-teams meer inzicht te geven in de prestaties van het systeem. De elastische architectuur en de analytics maken een voorspellende en automatische op- en afschaling bij veranderingen in de hoeveelheid dataverkeer mogelijk.

  1. Third party scripts, tags en diensten

Websites draaien vaak een hoop third party scripts, tags en diensten. Dit zijn bijvoorbeeld applicatie monitoring scripts of scripts die data verzamelen over het gedrag van bezoekers (customer tracking). Een webpagina kan nog zo veel capaciteit en zo’n slimme load balancing oplossing hebben, maar is bij het gebruik van die scripts, tags en diensten dus ook afhankelijk van het systeem van derden. Dit maakt ze ook een mogelijke bron van storingen.

Echter, wanneer de gebruikte third party’s worden samengevoegd dan vermindert het totale aantal third party’s dat op de website draait. Veel cloud infrastructuur providers en de ‘slimme’ load balancers bieden daarnaast al analytics om inzicht in de prestaties van de website te krijgen. Wanneer je daar al gebruik van maakt, verminder je ook meteen de behoefte aan third party scripts en tags.

Om te zorgen dat een webshop de piekperiodes ongeschonden door komt is het dus zeker geen overbodige luxe om eens goed te kijken naar de infrastructuur, de load balancers en het gebruik van third party scripts, tags en diensten. Wanneer deze zaken op orde zijn, kan de IT-afdeling met een gerust hart de feestdagen tegemoet gaan!

Dirk Marichal is vice president EMEA & India van Avi Networks.