Twinkle | Digital Commerce

Van oude en nieuwe werelden

2017-11-08
180101
  • 4:35

In het kader van aankomende studiereizen bracht ik de afgelopen dagen een bezoek aan zowel Japan als China. In de hiërarchische Japanse maatschappij hebben traditionele retailers het heel moeilijk. Ondertussen verwezenlijkt Alibaba's Jack Ma's zijn droom op het Chinese platteland.

Op mijn derde trip naar Zuidoost-Azië bezocht ik voor het eerst Japan. Mijn eerste afspraak had ik in de Nederlandse ambassade in Tokyo, een prachtig oud herenhuis uit de jaren 20. Het was een prima start voor 9 afspraken in 2 dagen, in voorbereiding op een e-commerce reis naar Japan en Zuid-Korea die voor 2016 gepland staat.

Samen met de in Tokyo woonachtige voormalige Google-man Rune Solvsteen, mijn liaison in Japan, ontmoette ik vertegenwoordigers van verschillende e-commerce associaties in Japan en Zuidoost-Azië. Van excecutives van e-commerce grootmachten als Rakuten tot aan disruptive jonge start-ups als Origami en GlossyBox.

E-commerce tijdperk
Het zal geen verassing zijn dat e-commerce ook in Japan booming is. Mijn eerste ontmoeting was met de directeuren van de traditionele Japanse retailerassociatie. Ook in Japan worstelen retailbedrijven met het nieuwe tijdperk, waarin vooral jonge consumenten en gezinnen meer en meer online hun aankopen doen. Niet in de laatste plaats ook via mobiel. De totale Japanse detailhandel groeide vorig jaar in omzet met zo’n 3 procent, maar die stijging was volledig toe te schrijven aan verhoogde belastingen.

Bedenk daarbij dat e-commerce in Japan in 2014 met zo’n 12,5 procent groeide en er tekent zich een vergelijkbaar beeld af met de situatie in Nederland; de groei in e-commerce zorgt ervoor dat de detailhandel positieve cijfers van een procent of wat kan laten zien, maar in beide landen staat de traditionele kant van de detailhandel in feite onder water.

Grote uitdaging
Op mijn vragen hierover aan de executive director van de Japanse Retailers Associatie werd onomwonden geantwoord dat de opkomende e-commerce sector de grootste bedreiging is voor bestaande warenhuizen, winkelketens en papa-mamawinkels. 'Waarom dan niet inspelen op de nieuwe trends?', is mijn volgende vraag. Maar Japanse winkelbedrijven zijn niet in staat te innoveren, zichzelf opnieuw uit te vinden. Cultuur is een belangrijk aspect, want in een traditioneel hiërarchische maatschappij en binnen zwaar hiërarchische organisatiestructuren wordt innovatie van onderaf niet gewaardeerd. In de sterk vergrijzende Japanse samenleving is er bovendien nauwelijks doorstroming van jong talent in bedrijven. Naar verwachting is er in de komende decennia zelfs sprake van bevolkingskrimp, wat het er in de nabije toekomst allemaal niet beter op maakt.

Nieuwe businessmodellen
Wat een verademing was vervolgens mijn ontmoeting met Yoshiki Yasui, de Japanse oprichter en ceo van de startup Origami. Op zijn 16e had hij zijn eerste handelsbedrijf in Silicon Valley, dat hij verkocht op zijn 19e. Vervolgens heeft hij jaren gewerkt in venture capital. Een paar jaar geleden keerde hij uiteindelijk terug naar Japan, om daar een startup van de grond te krijgen. Met inmiddels al twee financieringsrondes achter de rug  (de laatste ter grootte van 13,3 miljoen dollar, eerder deze maand) schetst Yoshiki het gapende gat tussen de traditionele wereld van detailhandel en banken en de nieuwe online wereld. Hij richt zich met zijn jonge bedrijf op smartphone-gebruikers tussen de 20 en 35 jaar, die van elkaars voorkeuren, favoriete merken, aankopen, et cetera op de hoogte willen blijven. En die vervolgens via one-click-buy dat ene leuke jurkje of die ene speciale tas direct willen aanschaffen. Wat Origami biedt is op zijn Nederlands gezegd een soort combinatie van Fonq.nl, Pinterest, Twitter, WhatsApp en iDeal.

Wat de plannen van Yasui uniek maakt, is dat hij met Origami uiteindelijk eigenlijk helemaal geen retailer wil zijn! Yoshiki wil met zijn nieuwe concept bank worden. Een mobiele betaaldienst die online en offline werelden bij elkaar gaat brengen. Want waarom zou je ook niet in de winkel met je smartphone via Origami kunnen betalen? Het zijn de businessmodellen van de toekomst, waar traditionele sectoren dwars over en door elkaar heen gaan lopen. Op zoek naar unieke proposities voor een jongere generatie consumenten, die wars zijn van oude, vastgeroeste structuren.

Mijn bezoek aan Japan eindigde op de Nederlandse ambassade, waar we de week afsloten met de viering van Koningsdag in de prachtige tuin van de residentie. Compleet met haring, bier en patat met mayo.

Next stop: Shanghai
Shanghai was het doel van het tweede deel mijn Zuidoost-Azië trip, onder andere in voorbereiding op een nieuwe e-commerce studiereis naar China, van 30 augustus tot en met 4 september aanstaande.


Ik ontvang thuis al een aantal jaren het Engelstalige China Daily News, een wekelijkse krant voor buitenlanders die geïnteresseerd zijn in de zakelijke ontwikkelingen in China. Er wordt altijd veel geschreven over e-commerce. In Shanghai lag de dagelijkse editie in mijn hotel zo voor het oprapen. Gisteren werd ik getroffen door een klein berichtje, waarin stond dat e-commerce het platteland van China succesvol verbindt met de meer welvarende oostkust. Een plattelandsfabriek in een afgelegen oord verkoopt succesvol landelijke producten via de marktplaatsen van Alibaba aan consumenten in heel China. Het artikel stelde met enige trots vast dat daarmee de leegloop van deze Chinese plattelandsgemeente een halt was toegeroepen. Er is werk en inkomen voor vele gezinnen, binnen en buiten de lokale fabriek, in distributie, marketing en sales.

De droom van Jack Ma
Dit voorbeeld illustreert hoe e-commerce, of (wat breder gesteld) digitale technologie, in staat is bruggen te slaan tussen mensen, bedrijven en zelfs gemeenschappen. In China zijn dit soort gevallen exemplarisch voor de visie van Jack Ma, oprichter van Alibaba. Het was zijn droom eind jaren 90 om het Chinese platteland met behulp van internet en e-commerce toegang te bieden tot Westerse producten, die voor het Chinese platteland onbereikbaar waren. Hij wilde hen ook aansporen kleine e-commerce bedrijven op te zetten, waardoor zij zelf werk en inkomen kunnen genereren, die hen in staat stellen om vervolgens weer producten van elders te kunnen kopen. Uiteraard via Alibaba’s succesvolle ecosysteem, waarin mensen, kleine zelfstandigen, fabrieken en bedrijven met elkaar zaken doen en waarin de traditionele businessmodellen b2c, c2c en c2b als in een nieuwe economische orde met elkaar vervlochten zijn.